Er wordt meer geklaagd dan vroeger. Maar tien tuchtklachten per jaar over Register-belastingadviseurs is nog altijd niet veel. “Misschien leveren RB-adviseurs gewoon beter werk dan andere adviseurs,” zegt de voorzitter van de Raad van Tucht. Binnenkort komen de uitspraken – geanonimiseerd – op de website van het Register Belastingadviseurs.
Zijn de zittingen van de Raad van Tucht openbaar? vragen wij voordat de Raad de partijen gaat horen. Het antwoord van de voorzitter verraadt een juridische inslag: “De zittingen zijn niet besloten.” Dat betekent, zo licht hij toe, dat de partijen hun adviseur en/of familielid mogen meenemen. Andere belangstellenden hebben zich totnutoe niet gemeld bij de zittingen. Om een beeld te krijgen van de RB-tuchtrechtspraak zijn wij uitgenodigd om een zitting bij te wonen. Behalve voorzitter mr. Henk Alderse Baas bestaat de Raad in deze zaak uit lid Peter van der Veen RA RB, plaatsvervangend lid Rob Cohen RB en ambtelijk secretaris Corina Schimmel-Eling. De voorzitter wijst de klager en de adviseur bij aanvang van de zitting op de aanwezigheid van de verslaggever. De partijen hebben hier geen bezwaar tegen.
Wanbetaling
De inzet van deze zaak is de vraag of de belastingadviseur heeft “gelogen” en “feiten heeft verdraaid” in de rechtszaal en in hoeverre de “beklaagde” als lid van het RB zijn toezegging om openstaande facturen te betalen moet nakomen.
De rechtbank heeft in een civiele procedure al gezegd dat de belastingadviseur de rekeningen van de klager, een advocaat, moet betalen. Dat vonnis is “uitvoerbaar bij voorraad”. Dat betekent dat de adviseur meteen moet betalen, ook al is hij in hoger beroep gegaan.
De advocaat heeft zijn geld echter niet gehad en zijn geduld is nu op. Hij heeft de adviseur al enkele onvriendelijke mails gestuurd en in deze klachtprocedure stelt hij dat de RB-adviseur in de rechtbankprocedure de feiten heeft verdraaid en tegen de rechter heeft gejokt.
De zitting heeft een informeel karakter. Nadat beide partijen het woord hebben gedaan, stellen de voorzitter en de leden hun vragen. Zo wil de voorzitter graag weten waar hij de leugens en verdraaiingen in het proces-verbaal van de rechtszitting kan terugvinden. De klager moet het antwoord schuldig blijven. De adviseur weerspreekt de aantijgingen.
Verschuilen achter faillissement
De voorzitter en de twee leden concentreren zich vervolgens op de toezegging van de adviseur in de rechtszaal om de openstaande bedragen te betalen. Waarom is hij die niet nagekomen?
Aanvankelijk wegens zakelijke en familiale problemen, zegt de adviseur. En toen het kantoor van de advocaat failliet ging, heeft zijn nieuwe advocaat hem aangeraden te wachten met betalen zolang niet duidelijk is hoe het faillissement zich ontwikkelt.
Dat is op zichzelf niet onverstandig, vindt de voorzitter. Je moet immers zeker weten aan wie je na een faillissement bevrijdend kunt betalen. Maar de advocaat vindt dat de adviseur zich verschuilt achter het faillissement van het advocatenkantoor. Nadat de advocaat de debiteuren van het kantoor heeft overgenomen van de curator is het faillissement opgeheven. Toch zijn de betalingen uitgebleven. Bovendien hield de adviseur zich vóór het faillissement ook niet aan zijn toezeggingen.
De adviseur ziet het als een zakelijk geschil en hoopt dat het gerechtshof hem in de civiele appelprocedure gelijk geeft. Volgens zijn advocaat, die afwezig is bij de tuchtrechtzitting, is de kans groot dat het goed komt, zegt de adviseur.
Het is de vraag of je ook buiten kantoortijd van een RB-lid op aan moet kunnen als die toezegt te betalen, zegt de voorzitter tegen de adviseur. Nadat de klager en de adviseur de zittingszaal hebben verlaten, richten de beraadslagingen zich vooral op die vraag. De adviseur had een punt dat hij beter niet kon betalen aan een failliet kantoor. Maar dat heeft hij niet gecommuniceerd, zo stellen de leden vast. Bovendien is hij steeds met andere redenen gekomen om niet te betalen.
“Maar is dit nu klachtwaardig?” vraagt één van de leden zich hardop af. De voorzitter herhaalt de vraag of je van een RB-leden op aan moet kunnen en als je de vraag zo stelt, is het antwoord wel duidelijk. Welke maatregel is passend? De klager had gevraagd om de zwaarste maatregel, maar de Raad van Tucht volstaat met een waarschuwing. Daar komen de kosten van de procedure nog bij en die worden vastgesteld 1000 euro. De klager heeft een waarborgsom van 200 euro gestort. Die krijgt hij terug als de klacht definitief (deels) gegrond wordt verklaard. Nu kunnen de partijen nog in beroep gaan.
Afvangen
Voordat een zaak bij de Raad van Tucht komt moet er heel wat gebeuren. Om te beginnen moet de klager zich vervoegen bij de adviseur of diens kantoor. En als de klager daarna toch een klacht indient bij de tuchtrechter doet het secretariaat van de Raad van Tucht samen met het bureau vaktechniek van het RB een poging om het geschil langs informele weg op te lossen. In veel gevallen lukt dat.
Voorzitter Henk Alderse Baas vindt het plezierig dat een aantal tuchtklacht wordt “afgevangen”, omdat in die gevallen de relatie tussen de partijen vaak in stand blijft. Het behandelen van een klacht ziet hij als een ultimum remedium.
Wanneer de klager uiteindelijk een klacht neerlegt bij de Raad van Tucht, kan de zaak nog worden voorgelegd aan een externe mediator als beide partijen daarmee instemmen. In de eerste twee jaren van het RB-tuchtrecht zijn er drie zaken in een mediation afgedaan, in 2013 één. Jaarlijks behandelt de Raad van Tucht zo’n tien zaken.
Blamage
Is het tuchtrecht van het RB geen papieren tijger met zo weinig klachten?
Alderse Baas: “Het bureau behandelt veel klachten heel erg goed. En het tuchtrecht werkt waarschijnlijk preventief. De leden die zich hier moeten verantwoorden, vinden dat niet echt leuk. Zij ervaren het vaak als een blamage en realiseren zich dat zij uiteindelijk kunnen worden geroyeerd.”
Accountants vinden het ook niet leuk, maar die krijgen verhoudingsgewijs veel meer klachten. Hoe verklaart u dat?
“Een RB-lid heeft meer een vertrouwensband en staat vaak een stap dichter bij zijn klanten. Hij is meestal communicatiever ingesteld dan de doorsnee accountant, die niet alleen onafhankelijk, maar ook objectief moeten zijn. De kans op klachten is dan veel groter dan wanneer je je moet opstellen als éénzijdige belangenbehartiger.”
Maar haalt het RB niet te weinig klachten uit de markt?
“Het tuchtrecht is laagdrempelig en het RB geeft voldoende aandacht aan de mogelijkheid om te klagen. Het is niet de bedoeling om klachten op te roepen, want een klachtzaak kan een grote impact op een lid hebben. Maar als er gegronde klachten zijn dan staat de Raad van Tucht er.”
Is de zaak over de wanbetaling representatief voor de klachten die de Raad van Tucht krijgt?
“Nee. Afgezien van één permanente-educatie-zaak is dit de eerste zaak die niet over vakinhoud gaat. Bij vakinhoudelijke zaken gaat het uiteindelijk om de communicatie. Als adviseurs bijtijds zouden uitleggen waarom zij iets wel of juist niet hebben gedaan dan zou dat de helft van de klachten schelen. Helaas zien de adviseurs soms niet dat zij iets fout hebben gedaan. Niets menselijks is hun vreemd. Wanneer de fout kunnen erkennen en repareren, is de drang om te klagen vaak weg. Soms zie je dat mensen klagen omdat ze overschatten wat een adviseur kan doen.”
Wat voor zaken komen het meeste voor?
“Meestal gaat het over onjuiste toepassing van de belastingregels. Er was bijvoorbeeld een adviseur die op verzoek van de klant geen aangifte omzetbelasting deed, maar wel een steeds groter wordende belastingschuld op de balans zette. In dat geval had de adviseur moeten zeggen: ‘Zo zijn de belastingregels, u moet aangifte doen en de omzetbelasting afdragen. Doet u dat niet dan trek ik mij terug uit deze zaak.’ Helaas komt dit vaker voor. Je moet als adviseur op tijd terugtreden.”
Oordeelt de Raad ook over adviezen van adviseurs?
“Nee. Klagers willen wel eens weten wat de Raad van een advies vindt om dat oordeel dan in een civiele procedure te gebruiken. Maar wij zijn geen partij die een second opinion verstrekt.”
Wie klagen over belastingadviseurs?
“Meestal ondernemers. Een enkele keer klaagt een particulier. Dat gaat dan over een adviseur die betrokken is bij een boedelscheiding of de afwikkeling van een nalatenschap en daarbij volgens de klagers teveel partij kiest. Er spelen dan financiële belangen of principiële kwesties, waarbij één van de partijen zich bijvoorbeeld achtergesteld voelt.”
Verbetener
Hoe is de respons op de uitspraken?
“Soms blijft iemand klagen en een enkele keer gaat een klager in beroep. Binnenkort komt er een principiële uitspraak van de Raad van Beroep, waarin overigens andere mensen zitten dan in de Raad van Tucht. In de beroepszaak gaat het om de vraag wanneer een lid afscheid moet nemen van een klant.”
De zittingen van de Raad van Tucht en de Raad van Beroep worden gehouden bij het RB – dat is niet bepaald neutraal terrein. Hoe onafhankelijk is de tuchtrechter?
“We kunnen in Houten gaan zitten en daar een ruimte huren, maar dit is wel zo voordelig. Mocht ik mij door de locatie geïntimideerd voelen of mijn onafhankelijkheid op een andere manier worden aangetast dan zal ik direct aan de bel trekken. De voorzitter is dus onafhankelijk en niet gelieerd aan het RB. Ik ben tot 2006 advocaat geweest en ken de klappen van de zweep.”
Hoe lang bent u al tuchtrechter?
“Eind jaren tachtig vroeg het CB mij om onafhankelijk voorzitter te worden. Sindsdien ben ik een aantal keren voor vijf jaar herbenoemd. ”
Dus u weet hoe de tuchtrechtspraak in het pre-RB-tijdperk was?
“Ja.”
Wat is volgens u het grote verschil met vroeger?
“Er wordt veel sneller geklaagd, heb ik de indruk. Klanten zijn wat verbetener, net als de maatschappij. De mensen zijn mondiger, zaken zijn transparanter en er is meer kinnesinne. Mensen eisen ook meer, dat is een trend van deze tijd, die zich hier weerspiegelt.”
(Dit artikel verscheen in Het Register)
TUCHTRECHT VERGELEKEN
In 2013 nam de Raad van Tucht van het RB (7500 leden) 11 klachten in behandeling; daarvan is er (nog) geen gegrond verklaard. In 2011 en 2012 zijn in totaal 17 klachten behandeld; één daarvan is gegrond verklaard. Tot nu toe is één keer beroep aangetekend bij de Raad van Beroep. Deze zaak is nog in behandeling.
De tuchtrechter van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (die een kleine 5 duizend leden telt die meer de grote ondernemingen dan het mkb bedienen), doet ongeveer 16 uitspraken per jaar.
De tuchtrechter van de accountants doet jaarlijks ongeveer 170 uitspraken, terwijl er ruim 21 duizend accountants zijn.
Van de advocatentuchtrechter werden in 2013 1700 uitspraken gepubliceerd op een totaal advocatenaantal van ruim 17 duizend.
Van de notariële tuchtrechter verschenen in 2013 117 uitspraken op tuchtrecht.nl op een aantal van ongeveer 1400 notarissen.
De cijfers over aanpalende beroepsgroepen zijn exclusief de uitspraken in hoger beroep.
RAAD VAN TUCHT
mr. W.J.H. Alderse Baas – Voorzitter
mr. D.H. Sloof – Plv. Voorzitter
mr. drs. R.E.M. van der Velden RB – Lid
P.T. van Veen RA RB – Lid
R. Cohen RB – Plv. Lid
RAAD VAN BEROEP
mr. J.T. Sanders – Voorzitter
drs. M.G.J.M. van Kempen – Plv. Voorzitter
mr. ing. H.J. van den Kerkhof RB – Lid
A.J. Nieuwenhout MB RB – Lid
R.A.J. van Brugge AA RB – plv.lid