Nieuwe fusie belastingadviseurs niet aan de orde

Er zijn zo’n 12 duizend serieuze belastingadviseurs in Nederland. Zij zijn verspreid over twee beroepsorganisaties: het Register Belastingadviseurs (RB) en de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB). In dit interview blikken de oude en de nieuwe RB-voorzitter – Sylvester Schenk en Wil Vennix – terug op de soepel verlopen fusie van het CB en de NFB tot het RB. “Een fusie met de NOB is niet aan de orde.”

Wie hen kent, weet dat beide mannen joviale, vlot van de tongriem gesneden types zijn die een inspirerend enthousiasme uitstralen. Beiden  waren lid van de Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs (NFB) en kwamen in het geweer toen deze vereniging in zwaar weer terecht kwam. Schenk: ‘Het begon in 2005, op een tamelijk enerverende buitengewone ledenvergadering in Utrecht. Er waren destijds flink wat problemen: in korte tijd waren er drie directeuren ontslagen en het bestuur zat niet op één lijn. Het leidde tot onrust onder de leden. Die vroegen om een buitengewone ledenvergadering. Daar werd vervolgens een Commissie van Goede Diensten ingesteld, onder voorzitterschap van Jan Zweekhorst – die later vicevoorzitter werd – en waar ook ik in zat. Wij stelden voor om het voltallige bestuur te vervangen. Dat advies werd opgevolgd, waarna ik in 2006 voorzitter werd en er ook een paar nieuwe bestuursleden bij kwamen, onder wie Wil Vennix.’

Vennix: ‘Wij traden aan als compleet nieuw bestuur van een vereniging waar ingrijpen hard nodig was. Achteraf bezien stond de vereniging er zelfs slechter voor dan wij aanvankelijk dachten. De problemen met de directie en het bureau waren dan wel opgelost, er lagen nog altijd een paar lastige dossiers. We lagen met name wakker van de financiële sores en van de problemen rond de opleiding.’

Schenk: ‘De NFB heeft lange tijd een eigen opleiding gehad, de zogenoemde Federatie-opleiding. Die stond uitstekend bekend en de NFB was er dan ook terecht trots op. Maar het bestuur wilde dat de opleiding meeging in het bachelor-mastermodel. Op zich viel daar ook best wat voor te zeggen. Maar die omschakeling bleek uiterst moeizaam.’

Vennix: ‘De opleiding moest juist in die periode worden geheraccrediteerd en het was niet vanzelfsprekend dat dat zou gaan lukken. Gelukkig hebben we dat voor elkaar gekregen, want anders hadden we een groot probleem gehad met de studenten, die we dan niet hadden kunnen bieden wat hen was voorgehouden bij aanvang van de studie, te weten een van overheidswege erkend (geaccrediteerd) diploma.’

 Fusie

Heeft de NFB daarom toenadering gezocht tot het CB?

Vennix: ‘Het CB had al eerder signalen afgegeven dat het belang stelde in een samenwerkingsdialoog en ook het nieuwe Federatiebestuur stond daarvoor open. De gesprekken over de mogelijkheden tot samenwerking verliepen van meet af aan heel positief, iedereen voelde dat het logisch was. We hebben eerst een koepel gevormd, waarbij beide verenigingen bleven bestaan, maar al wel hun backoffices werden samengevoegd. Na tweeënhalf jaar zijn de verenigingen gefuseerd tot het RB. En weer drie jaar later, begin 2014, zijn ook de titels FB en CB samengevoegd tot RB. En daarmee was de fusie voltooid.’

Schenk: ‘We zijn eigenlijk heel snel tot een eenheid gekomen. We hebben veel aandacht besteed aan het draagvlak en hebben nooit dingen doorgedrukt. Dat hoefde ook niet, omdat iedereen de voordelen zag. Er is zelden tegen gestemd. Het ging misschien zelfs vlugger dan het bestuur ooit had gedacht. Wij hebben geen bloedgroepenprobleem gehad, ook niet – of moet ik zeggen: zeker niet – in het bestuur.’

Vennix: ‘De grote omvang van onze beroepsorganisatie geeft ons de mogelijkheid om voor een contributie van slechts 550 euro een value for money pakket te leveren. De permanente educatie is deels gratis. Als bestuur beschouwen we het als een erezaak dat de leden desgewenst nagenoeg gratis aan hun PE-verplichting kunnen voldoen. Daarbij steunt de vereniging ook op haar studiekringen. We verzorgen beroepsopleidingen, behartigen de belangen van de leden en bieden ondersteuning.’

Ging het dan voortdurend van een leien dakje?

Vennix: ‘Natuurlijk was er ook wel eens kritiek op het proces van eenwording. Maar dat ging om detailpunten, de grote lijn is altijd gesteund door een overgrote meerderheid van de leden van beide verenigingen. Nu staan wij op het punt dat we beter kunnen kijken wat onze leden precies willen en hoe we daaraan tegemoet kunnen komen. We hebben 7500 leden die weliswaar nagenoeg allemaal in het mkb werken, maar bepaald niet over één kam kunnen worden geschoren. Wellicht moeten wij meer differentiëren, maar dan niet langs de lijnen van de voormalige NFB en CB. De aangiftepraktijk heeft een andere behoefte dan gespecialiseerde btw-adviseurs. Adviseurs die internationaal actief zijn, weer andere dan estate-planningspecialisten. En ook de agrofiscalist heeft andere wensen dan een mkb-generalist. We kunnen daar op allerlei manieren aan tegemoetkomen, in het PE-programma maar ook met internetplatforms en communityvorming. Er past veel onder de brede RB-paraplu.’

Een soort voortrekkersrol voor het RB?

Schenk: ‘Ja. Initiatieven sterven soms in schoonheid. Je moet het handen en voeten kunnen geven, bijvoorbeeld met publicaties of voorstellen. Het RB-bureau kan netwerken en platforms helpen om een vervolg te geven aan de ideeën. We hebben de tools om leden te faciliteren. Verder gaan we kijken of we de permanente-educatiecursussen kunnen aanbieden via e-learning en webinars. Dankzij de fusie en de schaalgrootte hebben we daar nu de mogelijkheden voor.’

‘Poetin’

Schenk stopt als voorzitter omdat hij twee termijnen heeft uitgediend. Dat is het maximum volgens de statuten, zegt hij. Om er lachend aan toe te voegen: ‘Maar na één termijn kom ik weer terug.’

Zoals Poetin na Medvedev?

‘Maarten van Rossem zei eens dat de maximale termijn voor een bestuurder acht jaar is. Hoe gezichtsbepalender je bent, des te korter de houdbaarheid.’

Wil Vennix zit ook al acht jaar in het bestuur…

Vennix: ‘Klopt, en ik had me eveneens aan die termijn gehouden als ik niet was gevraagd om voorzitter te worden. Het voorzitterschap is toch een heel andere rol. Je bent intern en extern de verpersoonlijking van de vereniging. Ik voel me voor honderd procent gesteund door de overige bestuursleden en het bureau, dus ik neem deze nieuwe taak met vertrouwen op me.’

Het wordt niet allemaal anders onder Wil Vennix?

‘Nee, het gaat goed, de fusie is afgerond, we zijn financieel gezond en we groeien. Maar dat is natuurlijk geen reden om nu voldaan achterover te leunen. Op dit moment zijn we doende de behoeften van de leden nog scherper in beeld te krijgen. Op het gebied van opleidingen: wat willen studenten, waar vragen werkgevers naar? We zijn nu vooral gericht op kennis, misschien moeten we daarnaast ook meer aandacht aan competenties besteden. En permanente educatie: wat voor cursussen en bijeenkomsten wil men, op welke plaats en in welke vorm?’

Schenk: ‘En de ondersteuning: waaraan heeft men behoefte? Dat zal voor een eenpitter anders liggen dan voor een middelgroot of groot kantoor.’

 Vrij beroep

Hoe ziet de toekomst van het beroep eruit?

Schenk: ‘Het blijft een vrij beroep, in tegenstelling tot in Duitsland, waar het beroep van Steuerberater tot in detail is geregeld. Wel wordt er in Nederland gediscussieerd over regulering. Naar aanleiding van de Starbucks-discussie praat de Tweede Kamer over invoering van een eed of verklaring omtrent het gedrag. Allerlei maatregelen maken overigens dat het beroep indirect toch wordt gereguleerd. Leden die samenwerken met accountants, vallen onverkort onder de regels voor die beroepsgroep. De Belastingdienst kan voorwaarden stellen via de uitstelregeling, via het Becon-nummer of via horizontaal toezicht. En dan heb je ook nog de identificatieplicht en de meldplicht ongebruikelijke transacties.’

Vennix: ‘We hebben geen behoefte aan een wettelijke regulering van ons beroep. We doen het zelf wel. Als je de NOB-leden meetelt, zijn er ruim 12 duizend serieuze belastingadviseurs in Nederland met kwaliteitstoezicht en tuchtrecht. De markt weet daarmee waar men terecht moet voor een goede belastingadviseur.’

Hoort daar ook een verschoningsrecht bij?

Schenk: ‘Advocaten en notarissen hebben zo’n verschoningsrecht, al lijkt het erop dat dit juist in fiscale zaken op de terugtocht is. Er zijn blijkbaar hogere belangen.’

Vennix: ‘Het is bovendien een illusie te denken dat wij een verschoningsrecht zouden krijgen. Wij hebben het ook niet zo hard nodig, want wij staan niet zo gauw tegenover elkaar of tegenover de Belastingdienst. Bij een conflict met de FIOD halen veel belastingadviseurs er een fiscaal advocaat bij. De gemiddelde belastingadviseur is gericht op samenwerking, omdat het in het belang van de klant is om eruit te komen.’

Is horizontaal toezicht daarom niet vanzelfsprekend?

Schenk: ‘Voor een groot gedeelte wel. Wat is er eigenlijk op tegen?’

Vennix: ‘Maar het moet een volstrekt vrije keuze zijn van de adviseur en van elke klant. Niet iedere klant wil dat de adviseur spontaan twijfelachtige punten aan de Belastingdienst gaat melden. Sinds drie jaar kunnen leden zich aansluiten bij het HT-convenant van het RB. Dat heeft nu een enkeling gedaan. Adviseurs die samenwerken met accountants, kiezen voor het convenant van de SRA. Als ze dan ook ons convenant ondertekenen, zouden ze dubbel toezicht krijgen.’

Schenk: ‘Voor veel klanten zijn de voordelen trouwens beperkt. Een belastingambtenaar zei: je moet het niet willen kopen met spiegeltjes en kralen, het is een kwestie van integriteit. Waarmee ik overigens niet wil zeggen dat je niet integer bent als je niet meewerkt.’

Spreekbuis mkb

Wat zijn de weerbarstige dossiers voor de toekomst?

Vennix: ‘Negenennegentig procent van de klanten van onze leden zit in het mkb. Die bedrijven hebben, in tegenstelling tot de multinationals, geen entree in Den Haag. Daarom komt het RB voor hun fiscale belangen op. Bij de fiscale dossiers staan wij samen met de Commissie Wetsvoorstellen en het Bureau Vaktechniek pal voor het mkb door commentaar te leveren op de voorstellen.’

Schenk: ‘Veel fraudebestijdings- en ontgaansmaatregelen zijn gericht op constructies van grote ondernemingen, maar raken onbedoeld vaak de klanten van onze leden.’

Vennix: ‘Ander voorbeeld: de werkkostenregeling werkt prima voor Shell, maar is een enorme administratieve last voor middelgrote en kleine ondernemingen. Lastig is ook dat het nog niet duidelijk is of die regeling nu wel of niet op 1 januari 2015 ingaat.’

En helpt het commentaar?

Schenk: ‘In het algemeen heb je weinig invloed op de politiek.’

Vennix: ‘Maar je moet toch steeds aandacht blijven vragen. Frapper toujours. Als wij het niet doen, doet niemand het. En behalve de collectieve belangenbehartiging voor het mkb behartigen wij natuurlijk de belangen van onze leden.’

Is het een idee om te fuseren met de NOB? Dan kan de beroepsgroep één vuist maken en heb je nog maar één soort belastingadviseur, net als bij de accountants.

Vennix: ‘Mocht de NOB ons uitnodigen voor een gesprek hierover, dan gaan we daar op in, maar op dit moment zien we de noodzaak en de logica niet. Onder meer omdat het RB en de NOB verschillende achterbannen en heel andere klanten hebben.’

Schenk: ‘Het lijkt ons niet aan de orde. Bovendien hebben wij de grenzen van de groei bereikt. Er zou dan geen zaal meer zijn waarin onze algemene ledenvergadering past.’

Het kapitaal

De nieuwe voorzitter stapte in maart na twintig jaar geridderd en wel op als gemeenteraadslid, om voorzitter van het RB te worden. Wat gaat de oud-voorzitter met zijn vrije tijd doen?

Schenk: ‘Ik wil graag mijn proefschrift afmaken. Ik had het al voor 90% klaar toen de zoveelste wetswijziging roet in het eten gooide. Het gaat over het kapitaalbegrip in het civiele en fiscale recht.’

Blijft u op de een of andere manier betrokken bij het RB?

‘Het RB heb ik voor altijd in mijn hart gesloten.’ Of, in de woorden van Vennix: ‘We zullen in de toekomst ongetwijfeld nog eens een beroep op hem doen en ik weet zeker dat ik Sylvester altijd kan bellen voor een wijze raad.’

 

 

Mr. S.F.J.J. (Sylvester) Schenk RB

1962                 geboren te Gemert

1986                 doctoraal Nederlands Recht Katholieke Universiteit Nijmegen

1990                 doctoraal Fiscaal Recht Katholieke Universiteit Brabant

1987 – 1999       belastingadviseur bij achtereenvolgens Ernst & Young, Ebben Slaats de Jonge en Alfa Accountants

1990 – 2000       universitair docent KU Nijmegen

1999 – heden     directeur Fiscale Zaken GIBO/Flynth

1999 – heden     redactielid Belastingzaken, Fiscaal Praktijkblad, Handboek Fiscaal Adviseur Agrarische sector

2006 – 2010       voorzitter Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs

2008 – 2014       voorzitter Register Belastingadviseurs

 

 

Mr. W.J.M. (Wil) Vennix RB

1966                 geboren te Tilburg

1989                 doctoraal Fiscaal Recht Katholieke Universiteit Brabant

1991 – 1993       fiscaal-journalistiek medewerker Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs

1992 – 1999       belastingadviseur Van Oers

1999 – heden     belastingadviseur/partner De Beer Tilburg

2005 – heden     redactielid Weekblad Fiscaal Recht

2006 – 2010       bestuurslid Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs

2010 – heden     (hoofd)redacteur Het Register

2008 – 2014       bestuurslid, later vicevoorzitter Register Belastingadviseurs

2014                 voorzitter Register Belastingadviseurs