Om het vertrouwen in het beroep te herstellen, moet de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants eind september met voorstellen komen. De discussie over het beroep is ingegeven door affaires bij grote kantoren, maar raakt ook de mkb-accountant. Als plaatsvervangend NBA-voorzitter gaat Dirk ter Harmsel er vanuit dat de beroepsorganisatie de politiek kan overtuigen. ‘Er gaat ook heel veel goed,’ zegt hij in Het Register.
Controlerend accountants wordt al jarenlang verweten dat zij zich niet kritisch genoeg opstellen tegenover grote cliënten en nu blijken partners van grote accountantskantoren ook nog eens betrokken bij dubieuze privé-beleggingen en financieringsconstructies. Lijdt de mkb-accountant onder de discussie die dat oproept?
‘Ja, elke accountant lijdt eronder als de reputatie van het beroep op het spel staat. De beroepsgroep moet nu werken aan herstel van vertrouwen en eind september met een set maatregelen komen om de kwaliteit van de accountantscontrole te waarborgen. Als dat niet voldoende is, grijpt de Tweede Kamer in.’
Hoe komen de voorstellen tot stand?
‘Er worden uitgebreide debatsessies in het land gehouden, waarna een werkgroep onder toezicht van een stuurgroep met voorstellen komt, die het NBA-bestuur moet goedkeuren.’
Waarover gaan de debatten?
‘Er zijn drie speerpunten. De eerste is hoe je de kwaliteitsbeheersing waarborgt op de kantoren die wettelijke controles uitvoeren. Niet alleen de grote kantoren schieten hierin tekort, maar de kleinere ook. We werken aan verplichte dossier-mentoring, aan een verplichte kennistoets en een verplichte cursus communiceren over je werk onder het motto: “Zeg wat je ziet”. Iedere accountant die controles doet, moet die volgen. Het tweede speerpunt is het verdien- en beloningsmodel binnen de kantoren. Zijn er verkeerde prikkels, bijvoorbeeld door samenwerking met adviseurs en consultants?’
Ook samenwerking met belastingadviseurs?
‘Ja, ook daarnaar wordt gekeken. De samenwerking heeft zijn voordelen, maar is het logisch dat controleurs meedelen in het resultaat van de adviseurs? Of moet je bijvoorbeeld toe naar audit only en een aparte controlepoot in de organisatie? En wat de beloningssystematiek betreft: is omzet een goede indicatie voor beloning of is het een perverse prikkel?’
En het derde speerpunt?
‘Het besturingssysteem, de governance van de kantoren. Moet de leiding in handen komen van externen? Daarover zal de discussie gaan en we moeten echt met overtuigende maatregelen komen.’
Controlevergunning inleveren
Hoe kun je transacties met kantoorpanden, zoals die van KPMG-partners, voorkomen?
‘Je moet er in ieder geval geen regelgeving voor in het leven roepen; het heeft vooral met ethiek te maken. Zelfs als zo’n transactie past binnen bestaande wet- en regelgeving, moet je je afvragen of het past bij het beroep en de functie van accountant. Ik snap dat dit soort voorvallen in de krant komt. Dit soort incidenten en de kritiek van de toezichthouders wekken de indruk dat wij onder de maat presteren. De buitenwereld gelooft niet dat wij ons werk goed doen. Binnen de beroepsgroep is er nu wel een groot besef dat er iets moet gebeuren.’
Voor alle accountants of alleen de controlerend accountants?
‘De kennis en de kwaliteitsbeheersing gelden voor de hele groep, het bestuursmodel speelt alleen bij de grote accountantskantoren. Bij Alfa hebben wij een raad van commissarissen met vier externen, die het bestuur benoemt en het beleid bepaalt. KPMG heeft Jan Hommen aangesteld als extern bestuurder en de grote kantoren hebben een Commissie Publiek Belang ingesteld met externen. De vraag of een hoge beloning leidt tot een lagere kwaliteit van de controle speelt uiteraard alleen bij controlerend accountants. Na de eerste ronde verplichte accountantswisselingen bij beursfondsen zijn de controle fees gemiddeld 10 tot 15 procent omlaag gegaan. Daar kunnen we als beroepsorganisatie niets tegen doen. Maar we kunnen er wel voor zorgen dat de kwaliteit van de controle er niet onder lijdt. Druk op de prijzen zie je ook bij mkb-kantoren. Prijsconcurrentie is goed in deze tijd. Maar kwaliteit is moeilijk te meten. Het hangt onder meer samen met klanttevredenheid en naleving van de regels.’
Administratiekantoren doen goede zaken omdat de accountant zich aan allerlei regels moeten houden. Ziet u dat accountants hun titel of kantoren hun controlevergunning inleveren om de regeldruk te verlichten?
‘Dat accountants hun titel inleveren om te ontsnappen aan vakbekwaamheidseisen komt nauwelijks voor. Ik verwacht wel dat er kantoren zijn die zullen overwegen om hun Wta-vergunning op te geven. De NBA gaat binnenkort de controledossiers onderzoeken van kantoren die nog niet zijn getoetst. Als de kwaliteit dan onvoldoende is, moeten zij die verbeteren. Sommige kantoren kiezen er dan wellicht voor om voor controles voortaan andere kantoren in te schakelen.’
Bloedgroepen
In 2013 zijn de beroepsorganisaties van AA’s en RA’s gefuseerd. Sommige leden hebben de indruk dat de grote kantoren de NBA domineren. Kun je de twee bloedgroepen en audit/assurance respectievelijk samenstellen en mkb-advies wel verenigen?
‘Dat is een geweldige uitdaging. Er zijn 21 duizend accountants. Daarvan zijn er ruim 9 duizend openbaar accountant, 8500 accountant in business, 1500 overheids- of intern accountant en ongeveer 2300 inactief titeldrager. De groep openbare accountants varieert van accountants bij de big four-kantoren tot eenpitters die administratieve diensten verlenen aan ZZP’ers. Domineren de big four nu de hele NBA? Door de fusie hebben wij nog een groot bestuur met dertien bestuursleden. Daarvan komen er drie van een bigfourkantoor. Ik weet niet of je dat domineren moet noemen. De diversiteit wordt gewaarborgd door aparte ledengroepen die voor hun eigen belangen opkomen. Vroeger behartigde de NOvAA de belangen van de mkb-kantoren bij de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Doet de NBA dat minder? Nee, maar het beeld is anders geworden door de discussie over de controle. Maar het is wel lastig hoor.’
Is de fusie afgerond?
‘Wij zijn nu formeel een jaar gefuseerd, maar materieel al drie jaar. Wel hebben we nog meer tijd nodig om het bestuur te verkleinen en de positie van de ledengroepen daarin te versterken.’
Er zijn nog wel steeds twee titels…
‘De RA heeft een universitaire opleiding, de AA een HBO-opleiding, maar de eindtermen zijn hetzelfde. Bij de fusie hebben wij de discussie over de titels geparkeerd, omdat de eerste fusiepoging daarop enkele jaren geleden is gestrand. Wij willen het voorlopig zo laten. Als wij ooit één titel willen, moet de wet worden gewijzigd.’
Bij het RB is het gelukt om één titel in te voeren omdat wij meteen de opleidingen in elkaar hebben geschoven. Zou de NBA dat ook moeten doen?
‘De AA- en RA-titels zijn zwaarder geladen dan de FB- en CB-titel waren. De RA-titel heeft altijd een praktische meerwaarde gehad, maar op de werkvloer merk je weinig verschillen tussen een RA en een AA. Wel wordt de accountantsopleiding hervormd. De nieuwe opleiding kent twee pijlers: de assurance-functie, waaronder de wettelijke controlebevoegdheid valt, en wat wij noemen de accountantsfunctie. In de tweede pijler zit wel veel kennis over controle en risico’s, maar geen gedetailleerde kennis over bijvoorbeeld IFRS. Het lijkt logisch om dan te komen tot één titel: accountant. Als accountant onderscheid je je dan door je specialisme.’
Te voorzichtig
Op de algemene ledenvergadering van de NBA waren 110 van de 21 duizend leden aanwezig; getuigt dat niet van geringe betrokkenheid van de leden?
‘Wij zijn jaloers op het RB waar 650 leden de ALV bezoeken. Wij hebben wel de Accountantsdag, waar 1200 deelnemers op afkomen. Maar daar worden geen besluiten genomen. De algemene ledenvergadering van de NBA is een hele formele vergadering, waarbij gestemd wordt over beleid en beroepsregels waarvoor al draagvlak is gecreëerd met bijeenkomsten in het hele land. Ik moet vanuit de Achterhoek, waar ik woon, naar Bussum rijden om in anderhalf uur zeven keer een kaart omhoog te steken. Een andere manier van stemmen over dit soort besluiten is ons door de wet verboden. Wij gaan wel onderzoeken of we de vergaderingen en besluitvorming van de ledengroepen op een digitale manier kunnen doen.’
Zit de NBA bij beroepsregels niet in een spagaat tussen de controlerend en de mkb-accountant ?
‘Ja en nee. De gedragsregels zijn in beginsel voor alle accountants hetzelfde. Maar de onafhankelijkheidsregels gelden alleen voor accountants die assurance verlenen. Daar heeft de samenstellend accountant geen last van. Toch klagen mkb-accountants over regeldruk. In veel gevallen gaat het daarbij om wet- en regelgeving van toezichthouders. Regelgeving wordt vaak vanuit het wettelijk-controledomein bedacht en sijpelt dan door naar andere controles. Accountants zijn ook geneigd om alle regels toe te passen. Ze gebruiken software voor werkprogramma’s waarbij ze alle punten doorlopen en bijvoorbeeld voorraden controleren, terwijl die niet materieel zijn. Accountants zijn geneigd te veel te doen. Wij moeten niet automatisch het complete werkprogramma volgen. Je moet vooraf nadenken over welke vragen je moet beantwoorden en ervoor zorgen dat je later kunt laten zien welke afweging je hebt gemaakt.’
Als je het hele werkprogramma afwerkt, kun je in aanvaring komen met de fiscalisten, die soms niet begrijpen waar het voor nodig is.
‘Daar ben ik het helemaal mee eens. Je moet risicogericht samenstellen en nagaan wat je moet doen om te komen tot een aanvaardbare aangifte. Accountants zitten bovenop rechterlijke uitspraken als daarmee voordeel te behalen is voor de klant. Maar de regels voor het samenstellen leggen ze vaak te streng uit, omdat ze zeker willen zijn. Ten aanzien van de regelgeving zouden zij ook wel wat assertiever mogen zijn. Fiscalisten hebben daar last van omdat die vaak werken onder verantwoordelijkheid van accountants. Je moet je als accountant afvragen waarom iets nodig is en waarvoor je bang zou moeten zijn. Als het dossier in orde is, heb je als accountant voldoende comfort. We stellen ons soms te weinig weerbaar op als er een kwaliteitstoetser tegenover ons zit en verdedigen onze keuzes onvoldoende. Daarom moeten alle accountants nu ook een cursus communicatieve vaardigheden volgen.’
Overtuigen
Klopt het dat de NBA toetsen wil invoeren in het PE-onderwijs?
‘Het PE-systeem werkt, maar is het een waarborg voor de vakbekwaamheid? Wij vragen ons af of het uren registreren en puntjes scoren wel voldoende is en of wij de inhoudelijke kennis en toepassing niet zouden moeten toetsen. Maar dat is best complex.’
Hoe denkt de NBA over horizontaal toezicht?
‘De NBA vindt het heel goed dat dit komt. Maar wij hebben individuele leden; wij sluiten geen convenant en kunnen hooguit de HT-afspraken van kantoren toetsen.
Is de belastingadviseur leidend bij horizontaal toezicht?
‘De mores van de accountant en de fiscalist zijn hetzelfde: je wilt een goede, aanvaardbare aangifte doen. Maar de accountant is eerder enthousiast over horizontaal toezicht dan de fiscalist. De accountant is ook eerder geneigd twijfelpunten voor te leggen, terwijl de fiscalist denkt: ik doe het gewoon.’
Wat zou u tegen de fiscalist willen zeggen?
‘Koester de samenwerking met de accountant en zorg dat je daar het optimale voor de klant uithaalt. Ken de beperkingen van je kennis en schakel bijtijds een accountant in. Andersom geldt dat ook voor de accountant. Dat is ook in het maatschappelijk belang.’
Aan het einde van het gesprek begint Ter Harmsel nog één keer over de opdracht om het vertrouwen in het beroep te herstellen: ‘Ik ga ervan uit dat wij de politici ervan kunnen overtuigen dat wij de goede dingen doen en dat wij kunnen verkopen wat wij allemaal al hebben gedaan om de kwaliteit te borgen. Er gaat ook heel veel goed.’