Meldplicht maakt witwassen duurder

Accountants meldden in 2013 een ongekend aantal ongebruikelijke transacties. Toch laten zij dat soms ten onrechte na. Daarom komen de toezichthouders dit najaar weer in actie tegen niet-melders. Want melden blijkt wel degelijk effectief.

Een accountant stelt bij een administratieve controle vast dat er ruim 4 ton is overgemaakt aan een leverancier. Naam en adres van de leverancier kloppen, maar de bankrekeningnummers zijn gemanipuleerd, waardoor het geld naar een andere rekening is overgemaakt. Hoewel het gedupeerde bedrijf al aangifte heeft gedaan van fraude meldt de accountant de ongebruikelijke transactie bij FIU-Nederland. De financial intelligence unit stelt na een analyse van de melding vast dat de inmiddels ontslagen werknemer  een ondersteunende rol speelde bij een andere fraude, waarover een bank eerder een melding had gedaan. Dankzij de informatie van de accountant kan FIU-Nederland beide zaken verbinden met dezelfde verdachte, aldus een casus op de FIU-website.  Melden helpt dus. Of toch niet?

“Te weinig afgepakt”

“Denkend aan Holland zie ik brede geldstromen van oneindig ver hiervandaan, rijen ondenkbaar verdachte transacties als hoge stapels door de burelen gaan.” Met deze variant op Hendrik Marsmans Herinnering aan Holland hekelt Ybo Buruma het Nederlandse anti-witwasbeleid. De raadsheer in de Hoge Raad becijfert dat nog geen half procent van de gemelde verdachte transacties een fractie is van de 17 á 18, 5 miljard euro die in 2010 in Nederland werd witgewassen. “Het is dan toch vreemd dat jaarlijks slechts zo’n 50 miljoen daadwerkelijk wordt afgepakt,” vindt hij. Er lijkt “meer aandacht te zijn voor het vervolgen van witwassen dan voor het afpakken van crimineel geld, en daar gaat het toch uiteindelijk om,” schrijft Buruma in het Nederlands Juristenblad van 13 juni 2014.

De auteur wijst op de pittige kritiek die de Algemene Rekenkamer in 2008 en 2013 uitte op de Nederlandse witwasbestrijding. Vorig jaar stelden de rekenmeesters van het rijk vast dat er nog steeds geen inzicht is in de resultaten en het rendement van de witwasbestrijding noch in de risico’s van witwassen. FIU-Nederland heeft sinds 2008 zelfs minder zicht op wat de opsporing doet met de informatie die zij na analyse als verdacht doormeldt. Bij gebrek aan zicht op de grootste risico’s in Nederland ontbreekt het ook aan duidelijke prioriteiten.

De Financial Action Task Force, dat wereldwijd de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering coördineert, was eerder ook kritisch over Nederland. Maar in februari 2014 constateerde de FATF dat er al veel gaten in de wetgeving zijn gedicht. En dat FIU-Nederland de informatie over verdachte bevonden transacties tegenwoordig beter verspreidt onder de opsporingsdiensten via het politie-informatiesysteem Blue View.

Goed imago

“Elke melding van een accountant wordt individueel beoordeeld en geanalyseerd, omdat accountants een relevante positie heeft in de financiële wereld. Zij kunnen signaleren dat wij niet kunnen zien,” zegt Hennie Verbeek-Kusters, hoofd van FIU-Nederland. “Criminelen hebben vaak wel een accountant, omdat het goed is voor het imago. Voor je geloofwaardigheid helpt het gewoon als je een goedkeurende accountantsverklaring hebt.”

Senior informatieanalist Sonja Corstanje-Maaskant, die de meldingen van accountants onderzoekt: “En soms zijn criminelen zo naïef dat zij verwachten dat de accountant geen melding doet. Ik kijk vooral wat het verhaal achter de melding is en waarom de accountant een transactie ongebruikelijk vindt. De accountant moet een risico inschatting maken, maar hoeft niet te weten welk strafbaar feit eraan ten grondslag ligt. Hij moet vooral kijken of een transactie past in het patroon van het bedrijf.”

In 2013 vond FIU-Nederland 44% van de 532 gemelde ongebruikelijke transacties verdacht. Bij meldingen van accountants gaat het meestal om fiscale delicten. FIU-Nederland meldt de informatie uit de verdachte transacties dan ook bijna altijd door aan de FIOD.

Volgens Hennie Verbeek-Kusters zou de eerste prioriteit van het beleid moeten zijn dat er een methode komt om de effectiviteit van de meldingen in beeld te krijgen. “Daarvoor zijn nu stappen gezet, maar het moet nog veel beter. Je moet de effectiviteit niet alleen afmeten aan het aantal strafzaken en veroordelingen. Effectiviteit is ook dat je samen met de branche kijkt naar de risicofactoren, zodat het beroep beter onderkent dat er een risicovolle cliënt voor de deur staat. Dit preventieve effect is alleen nooit te meten.”

Louche criminelen

“Bij het oppakken van witwas-signalen scoren we goed,” zegt landelijk witwasofficier van justitie Anita van Dis. “Maar als FIU-Nederland een transactie doormeldt als verdacht, betekent dat nog niet automatisch dat er een redelijk vermoeden bestaat dat iemand zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. Dus niet alle verdachte transacties zullen leiden tot een strafrechtelijk onderzoek. Wel kijken de FIU-liaisons bij de politie en de FIOD met een strafrechtelijke blik naar alle transactiemeldingen van accountants die de FIU verdacht heeft verklaard. Alle informatie wordt gebruikt. Niet altijd als direct bewijs, maar in elk geval als sturingsinformatie. De opsporing krijg de informatie over verdachte transacties altijd, omdat de FIU deze transacties meldt in het zogenoemde Blue View-systeem, een informatiesysteem van de politie.”

Het is voor het OM lastig om te zeggen hoe veel witwaszaken er zijn. De registratie van het OM werkt namelijk zo dat de organisatie beperkt zicht heeft op veroordelingen in zaken waarin witwassen ten laste is gelegd.
Anita van Dis: “Voor het OM zijn de effecten van de bestrijding niet meetbaar. Wij zijn een organisatie van officieren die eerst en vooral strafzaken op zitting moeten brengen. Maar dat wil niet zeggen dat het effect niet meetbaar zou zijn voor bijvoorbeeld wetenschappers of onderzoekers. Ja, de doelstelling om in 2018 in totaal 115 miljoen euro te ontnemen en verbeurd verklaren wel. Maar de doelstelling van het witwasbeleid is anders dan die van  afpakken. Bij afpakken wil je voorkomen dat criminelen het geld herinvesteren in nieuwe strafbare feiten of hun geld in de bovenwereld kunnen investeren. Bij het vervolgen van witwassen gaat het erom de integriteit van de financiële markten te beschermen. Je wilt dat geld gewoon niet op de markt hebben. Volgens de berekeningen van de Universiteit Utrecht  van enkele jaren gelden zou in Nederland per jaar 18,5 miljard euro worden witgewassen, waarvan zeker 14 mld uit het buitenland. Wij constateren ook dat veel witwaspraktijken grensoverschrijdend zijn. Daarom zijn wij samen met Belastingdienst, FIOD en politie een project begonnen voor geld uit het buitenland en Nederlands geld in het buitenland.”

Anita van Dis vindt het logisch dat accountants en belastingadviseurs het bij FIU-Nederland moeten melden als hun cliënt gebruikmaakt van de fiscale inkeerregeling. “Het staat in de wet.”
Bovendien stellen de meldingen FIU-Nederland in staat om te kijken of er sprake is van andere onderliggende feiten, die niet puur fiscaal zijn. De belastingdienst heeft die mogelijkheid nu eenmaal niet. En als de FIU een melding naar aanleiding van inkeer verdacht verklaart, wordt deze informatie doorgespeeld naar de opsporing.
Anita van Dis: “Mijn boodschap is dan ook: wij nemen meldingen van accountants heel serieus, maar pakken ze ook aan als ze niet melden. Komend najaar houden wij weer een actiedag tegen niet-melders. Als je bij twijfel inhaalt en niet meldt, is dat strafbaar gesteld in de wet economische delicten. Daarop staat een boete van ongeveer 20 duizend euro voor natuurlijke personen en 40 duizend euro voor rechtspersonen  voor elke melding die ten onrechte achterwege is gelaten en voor elk cliëntenonderzoek dat niet is gedaan. Als er bovendien daadwerkelijk sprake is van witwassen en de accountant daaraan ondanks zijn twijfels  meewerkt, riskeert hij al vrij snel een verdenking van (schuld)witwassen.’’

20 miljard

Volgens de meest recente schatting wordt in Nederland 20 miljard euro per jaar witgewassen. Meer dan driekwart daarvan komt uit het buitenland, zegt Brigitte Unger, hoogleraar Economie van de publieke sector aan de Universiteit Utrecht. Dat wil niet zeggen dat Nederland een witwasparadijs is. Brigitte Unger: “Omdat de banken moeten melden, kiezen criminelen er meer voor om geld wit te wassen via de handel en Nederland is nu eenmaal een handelsland.

Vergeleken bij andere EU-landen doet Nederland het bij de bestrijding heel goed. Ik vind daarom dat de Algemene Rekenkamer spijkers op laagwater zoekt. Het witwassen is in Nederland toch moeilijker geworden dan vroeger. Als je witwasser zou zijn, kun je beter niet naar een Nederlandse bank gaan, maar beter kiezen voor een bank van één van de zuidelijke EU-landen.”

GELDERSE ACCOUNTANT

“De data van FIU-Nederland worden dagelijks door analisten en onderzoekers (…) bekeken. Zo kwam een man naar voren die veelvuldig money transfers verrichtte, terwijl de hoogte van zijn legitieme inkomen niet aansloot bij de bedragen die gemoeid waren met de gemelde ongebruikelijke transacties. (…) Om zijn succesvolle zaken voort te kunnen zetten, had hij geld van geïnteresseerde investeerders nodig. (…) Een Gelderse registeraccountant hielp hem verschillende investeerders te rekruteren. (…) De investeerders hebben uiteindelijk niets van hun uitgeleende geld teruggezien.” De rechtbank veroordeelde de beleggingsfraudeur tot drie jaar gevangenisstraf en tot vergoeding van de schade. De inschrijving van de registeraccountant is doorgehaald, zo meldt FIU-Nederland in haar “casuïstiek” onder de kop “De bedrieger gesnapt”.

De Accountantskamer heeft de accountant een doorhaling opgelegd. Op 28 mei 2014 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven deze maatregel bevestigd.

INKEREN IS OOK WITWASSEN

In de Specifieke Wwft-leidraad voor accountants etc staat onder meer:

“Witwassen kent diverse definities. In zijn algemeenheid kan witwassen worden omschreven als het vermengen van illegale geldstromen met legale geldstromen, met als doel dat de illegale geldstromen een ogenschijnlijk legale status verkrijgen.”

Bij de verschillende witwasmethoden worden doorgaans drie fasen onderscheiden:

  • het in het (girale) geldverkeer brengen van door misdrijf verkregen vermogen (“placement”)
  • het op elkaar stapelen van (financiële) transacties om de criminele herkomst van het vermogen te versluieren (“layering”)
  • het integreren van het vermogen in de legale economie (“integration”)

De Parlementaire Enquêtecommissie Opsporingsmethoden noemde witwassen in 1996 eenvoudigweg: “Het geheel van handelingen dat nodig is om gelden die afkomstig zijn van criminaliteit een ogenschijnlijke legale herkomst te geven.”

Volgens de specifieke Wwft-leidraad valt ook het gebruik van de fiscale inkeerregeling onder de meldplicht.

Bron: BFT

ACCOUNTANTS MELDEN HET MEEST

Accountants en notarissen zijn van oudsher de grote melders van ongebruikelijke transacties binnen de vrije-beroepsgroepen. In 2013 meldden accountants (en belastingadviseurs) meer transacties dan in de voorgaande jaren. Ook het aantal accountants dat een melding deed nam toe (van 87 in 2011 tot 116 in 2013). Advocaten melden relatief weinig, omdat ze zich vooral beschouwen als belangenbehartiger van de cliënt.

Ongebruikelijk/verdacht         2011                2012                2013

Accountants                           325/66             322/89             532/235

Administratiekantoren           0/0                   71/7                 40/16

Advocaten                                  11/4                 71/8                 10/1

Bedr.econ. adviseurs              15/6                 11/9                 10/8

Belastingadviseurs                 35/9                 46/9                 79/5

Makelaars                                 23/2                 39/11               36/17

Onafh. Jur. Adviseurs             0/0                   0/0                   3/0

Notarissen                              359/199           440/248           344/179

Bron: Jaaroverzicht 2013 FIU-Nederland

WANNEER MELDEN?

Accountants en andere zakelijke dienstverleners baseren hun meldingen in tegenstelling tot banken vrijwel uitsluitend op “subjectieve indicatoren”. In de additionele leidraad voor belastingadviseurs, openbare accountants, administratiekantoren en bedrijfseconomische adviseurs staan voorbeelden van transacties waarbij een vermoeden van witwassen zou kunnen rijzen. Een kleine greep (in eigen woorden):

Een cliënt

  • behaalt een voor de branche ongebruikelijk hoog resultaat en/of de omzet bestaat voor een belangrijk deel uit contante verkopen
  • behaalt ongebruikelijk hoge omzetten en/of winsten zonder dat duidelijk is met welke activiteiten
  • is betrokken bij een transactie onder zeer ongunstige voorwaarden en kan niet goed uitleggen waarom

Er is sprake van

  • ongeautoriseerde transacties of onjuist geregistreerde transacties
  • een administratief systeem waarmee je transacties niet goed kunt volgen of staven
  • excessief hoge betalingen voor verleende diensten, voor niet gespecificeerde diensten of leningen aan adviseurs, verbonden partijen, werknemers dan wel overheidspersoneel
  • een negatieve kas
  • valse facturen.
  • betalingen zonder factuur of zonder schriftelijke overeenkomst
  • een kassaldo aan het begin van het jaar dat niet aansluit bij het kasboek aan het eind van het jaar
  • stortingen in de kas bij een hoog administratief kassaldo
  • contante uitgaven waarvan herkomst van de financiering niet kan worden vastgesteld
  • aanwijzingen dat de gerapporteerde omzet afkomstig is uit andere (criminele) bron
  • ontvangen of betaald(e) smeergeld/steekpenningen
  • een tweede of derde hypotheek zonder dat de cliënt hypotheekrente aftrekt

Bron: FIU-Nederland

Dit artikel is verschenen in Accountant