Vervallen uitspraak over vliegvertraging

De handhaving van het recht op een vergoeding als een vlucht vertraagd is, leidt tot worstelingen en wonderlijke noodgrepen in de rechtspraak. Zo liet Rechtbank Gelderland een uitspraak vervallen, die nog wel op internet staat. De hoogste rechter wil namelijk wachten op een verlossend woord uit Europa.

De Europese Verordening zegt (in artikel 16) dat lidstaten een instantie moeten aanwijzen die de verordening handhaaft bij vluchten die op hun grondgebied vertrekken en aankomen. Passagiers kunnen klachten indienen bij die instantie of bij andere instanties die de lidstaat heeft aangewezen. De Luchtvaartwet wijst de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT) aan. Volgens de Verordening moeten lidstaten voor overtredingen sancties vaststellen die ‘doeltreffend, evenredig en afschrikkend’ zijn.

In de praktijk proberen vliegmaatschappijen zich stelselmatig onder het betalen van een vergoeding uit te draaien. Vertraagde passagiers die staan op een vergoeding kunnen dan twee dingen doen:

  • de civielrechtelijke weg naar de kantonrechter
  • de bestuursrechtelijke weg naar de ILT

De kantonrechter stelt herhaaldelijk vast dat een carrier de vergoeding moet betalen, omdat die zich ten onrechte beroept op bijzondere omstandigheden. De civielrechtelijke weg is dus betrekkelijk effectief.

Staatssecretaris

Marinus Hoorntje is de pionier van de bestuursrechtelijke weg. Hij heeft vier keer meegemaakt dat een rechter zei dat de – voor de ILT verantwoordelijke – staatssecretaris inderdaad bevoegd is de verordening te handhaven en de vliegmaatschappij te dwingen een vergoeding te betalen.

Op 11 maart* deed de Rechtbank Gelderland dat impliciet ook. De passagiers kregen inhoudelijk weliswaar  ongelijk. Maar dat de rechtbank de zaak inhoudelijk behandelde, houdt een bevestiging in dat de staatssecretaris bevoegd is. Dat lijkt ook niet vreemd als je de Verordening beziet.

Maar oeps! De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State had dezelfde dag – in onder meer deze zaak over KLM – beweerd dat bestuursrechtelijke handhaving alleen bedoeld is om op te treden tegen structurele overtredingen. (Je zou zeggen dat daarvan sprake is als vliegmaatschappijen stelselmatig vergoedingsverzoeken afwijzen).  De Afdeling vindt de bestuursrechtelijke weg niet geschikt om een schadevergoeding af te dwingen voor passagiers. Maar helemaal zeker is de Afdeling niet van zijn zaak. Daarom heeft zij het Europese Hof van Justitie gevraagd om te zeggen of de staatssecretaris nu wel of niet bevoegd is.

De Rechtbank Gelderland sprak dus voor haar beurt en haalde de uitspraak schielijk van rechtspraak.nl. Reden: ‘Er is geen uitspraak gedaan.’ De rechtbank vergat de uitbater van uitspraken.nl, die alle uitspraken op basis van een contract krijgt aangeleverd, echter te vragen om het vonnis weg te halen. Daar kun je dus lezen dat er wel degelijk uitspraak is gedaan: ‘De beslissing is in het openbaar uitgesproken op:’

Uitstellen

De twee passagiers van Transavia, die naar de Rechtbank Gelderland stapten, weten van niets. Zij hebben de uitspraak niet toegestuurd gekregen. Hun juridisch adviseur, Annelore Hendriks, ontdekte de vervallen uitspraak toevallig. Ze vertelde haar cliënten  dat de zaak is aangehouden. Nu ook vertraging bij de juridische vlucht dus.

Geen enkele lidstaat is er happig op om vliegmaatschappijen weg te jagen door strikt te handhaven. De kunst is dan de handhaving net zo lang uit te stellen tot Europa heeft gesproken. Via het Hof van Justitie. Of via de Europese wetgever, die het niet eens kan worden over de aanpassing van de Verordening.

 

*) De datum van de uitspraak is niet helemaal duidelijk. Volgens de persvoorlichter van de Rechtbank Gelderland is die 11 maart.  Omdat het publicatieproces van de uitspraak al in gang was gezet, is de gepubliceerde uitspraak daarna teruggetrokken.