Maak je zelf niet groter dan je bent en zet in de kantoornaam dus niet ‘Accountants’ als je in je eentje bent. Dat was de boodschap van de tuchtrechter voor accountants eerder dit jaar. Voor advocaten en notarissen is het niet anders. Je mag als integer zakelijk dienstverlener de waarheid geen geweld aan doen.
Een accountantskantoor in Nederland fuseert met een advieskantoor en tooit zich vervolgens met een fantasienaam, die klanten een goed gevoel moet geven. Het kantoor investeert in naamsbekendheid, maar ziet tot zijn schrik dat een ander kantoor in zijn regio vrijwel dezelfde naam gebruikt. De naam verschilt weliswaar één letter, maar klinkt praktisch hetzelfde. Dat kan gemakkelijke tot verwarring leiden bij clienten. Het kantoor spant een civielrechtelijke procedure aan over het gebruik van deze verwarrende handelsnaam.
Het kantoor heeft nog een pijl op zijn boog. De ongewenste concurrent heeft aan de kantoornaam “Accountants” toegevoegd, terwijl uit het Handelsregister en de website blijkt dat er slechts één persoon achter de gevel zit. Dat is niet eerlijk en oprecht zaken doen en dus in strijd met het integriteitsbeginsel en schadelijk voor de reputatie van het beroep, vindt het kantoor, dat hierover een klacht indient bij de Accountantskamer.
Niet integer
Op 21 augustus jongstleden behandelde de Accountantskamer de klacht over het onjuiste gebruik van het meervoud in de naam. De kaarten leken geschud na de uitspraak die de kamer in februari dit jaar deed. Het ging om een AA en niet-accountant, wier achternamen in de kantoornaam voorafgingen aan het woord “accountants”. De niet-accountant presenteerde zich op verschillende manieren als vennoot van dit kantoor, waardoor klanten gemakkelijk konden denken dat ook hij accountant was.
Volgens de Accountantskamer vloeit uit de fundamentele beginselen voort dat de naam niet misleidend mag zijn. Als de naamgeving van het accountantskantoor een verkeerde indruk kan wekken, handelt de verantwoordelijke accountant daarmee niet zelden in strijd met het integriteitsbeginsel. De kamer vindt het “in het algemeen niet raadzaam dat een accountant zich met zijn kantoor groter en/of deskundiger voordoet dan hij of het in werkelijkheid is.” Wanneer er maar één accountant aan het kantoor verbonden is, kun je daarom maar beter “accountantskantoor”of “accountancy” in je naam zetten.
De uitspraak leidde tot nogal wat reacties. John Weerdenburg schrijft dat hij een paar kantoren kent waar maar één accountant werkzaam is, maar die wel de toevoeging “accountants” in de naam voeren. Hebben die dan ook een suggestieve naam en moeten deze nu vrezen voor een boete van 5 duizend euro? Harry Mock kent weer kantoren die “XX & Co” of “XX & Partners” zijn blijven heten, lang nadat de compagnon en partners waren uitgestapt of overleden. Diana Clement wijst op de resultaten van een onderzoek naar onrechtmatig titelgebruik. Dat werpt geen licht op misleidende kantoornamen, maar suggereert wel dat ook daarmee vaak iets mis zou kunnen zijn.
Principekwestie
De uitbater van de eenmanszaak zei bij de Accountantskamer dat hij bij de start van het kantoor, zes jaar geleden, aan de NBA gevraagd of de naam was toegestaan. Hij begreep dat het niet verboden was. Een expliciet verbod bestaat ook niet en wat niet verboden is, is toegestaan, zegt de uitbater, die de investeringen in de naamsbekendheid niet graag ziet verdampen en in gesprek zegt te zijn met accountants om zich bij het kantoor aan te sluiten.
Expliciet of niet – de Accountantskamer vond de dikdoenerij in februari 2015 niet eerlijk, niet oprecht en niet-integer. Er zijn dus sterke argumenten nodig om de tuchtrechter op andere gedachten te brengen. En wat niet helpt is dat suggestieve naamgeving in aanpalende sectoren ook niet is toegestaan (zie Misleidende reclame bij advocaten en notarissen).
Het argument dat de uitbater in deze kwestie zijn klanten altijd persoonlijk duidelijk maakt dat het een eenmanskantoor is, zou zich als een boemerang tegen hem kunnen keren. Daaruit blijkt immers dat de accountant zelf ook beseft dat de naam tot verwarring kan leiden. De advocaat van de uitbater vindt die uitleg echter “alleen maar zorgvuldig”. Volgens hem moet de beroepsgroep met een duidelijke, concrete norm komen, “zodat alle kantoren weten waaraan zij zich moeten houden”. De uitspraak over deze zaak wordt eind oktober verwacht.
MISLEIDENDE RECLAME BIJ ADVOCATEN…
Je zelf een beetje oppompen heeft ook in de advocatuur en het notariaat geleid tot niet mis te verstane uitspraken: alles wat niet overeenstemt met de waarheid en verwarring kan veroorzaken, is taboe.
Begin dit jaar viel het Amsterdamse advocatenkantoor Unger & Hielkema in drie stukken uiteen. Els Unger, ooit de eerste vrouwelijke algemeen deken van de Nederlandse Orde van Advocaten, ging met twee andere advocaten door in hetzelfde Amstelveense bedrijfsverzamelgebouw. Huib Hielkema zit met vier andere advocaten elders in dat gebouw. De derde fractie zit nu een straat verderop.
Tot eind juni hing aan de gevel van het pand nog altijd een reclamebord met “Unger & Hielkema Advocaten”. De verhuurder wilde het bord pas weghalen als het nieuwe klaar was. Anders moest hij twee keer een hoogwerker laten uitrukken.
Een zekere meneer Colon vond het misleidende reclame en diende een klacht in bij de Reclame Code Commissie tegen het nieuwe kantoor van Unger. Zij moest, toen de zaak eind juni werd behandeld, erkennen dat het bord er nog hing. Omdat het oude kantoor niet meer bestond, vond de Reclame Code Commissie het bord “onjuiste informatie”. “Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen (…) is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk” in de zin van de Nederlandse Reclame Code. (Dossier nummer 2015/00054)
Volgens de Verordening op de advocatuur moet de advocaat in zijn optreden naar buiten vermijden dat “een onjuiste, misleidende of onvolledige voorstelling van zaken wordt gegeven omtrent de wijze van praktijkuitoefening en omtrent enige vorm van samenwerking”. De tuchtrechter voor advocaten heeft dan ook meermaals gezegd dat een eenpitter geen “Advocaten” achter zijn naam mag zetten. (zie onder meer ECLI:NL:TAHVD:2014:165 en ECLI:NL:TADRSHE:2013:131)
Zelfs de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bevestigd dat de beroepsorganisatie een ontheffing mag weigeren aan een eenpitter die het meervoud toch in de kantoornaam wil. Volgens de hoogste bestuursrechter kun je in dit geval de schijn van een samenwerkingsverband niet wegnemen door op het briefpapier of in andere communicatie uitingen te zetten dat het een eenmanszaak betreft. (ECLI:NL:RVS:2010:BL8726)
… en notarissen
De notariële tuchtrechter moet ook weinig hebben van dit soort communicatieve borstvergrotingen. Een notaris mag samenwerken met een belastingadviseur. Een notaris echter benoemd op één standplaats en als het kantoor twee vestigingen heeft, mag de notaris niet de suggestie wekken dat deze ook is gevestigd in het filiaal buiten de standplaats heeft. (ECLI:NL:TNORSHE:2014:1) Misleidend kan het ook zijn als de kantoornaam zonder meer wordt gekoppeld aan de plaats waar het kantoor is gevestigd: “Notariskantoor Delft” of “Notariskantoor Amsterdam” is oneerlijk en verwarrend, omdat daar meerdere notariskantoren zijn gevestigd en het kantoor dus niet het enige is. Volgens de notariële tuchtrechter heeft het publiek “belang bij een duidelijke presentatie, waarover geen misverstand moet kunnen bestaan”. (ECLI:NL:TNOKSGR:2008:YC0086 en ECLI:NL:TNOKBRE:2010:YC0425 )
Dit artikel verscheen eerder op Accountant.nl