Het notariaat moet te zijner tijd extra mogelijkheden krijgen om fraude te voorkomen door tijdig informatie uit te wisselen. Op korte termijn moet de notaris beter gebruik maken van het bestaande arsenaal, dat bestaat uit meer dan alleen een klapperpistool. Om te beginnen kunnen individuele notarissen hun fraudekennis opvijzelen, met bijvoorbeeld de verplichting om eens in de twee jaar 10 Compliance-Punten halen.
De Belastingdienst is positief over de houding van de KNB, die meer wil doen aan fraudepreventie. Maar om nu te zeggen dat de notaris daarvoor alleen maar een ‘klappertjespistool’ heeft, zoals toenmalig KNB-voorzitter Jef Oomen anderhalf jaar geleden zei, is wat overdreven, vindt Joost Marée. Hij is verbonden aan het Expertisecentrum Handhaving en Intelligence van de Belastingdienst en hamerde vorig jaar al samen met officier van justitie Max Haan op meer aandacht voor fraude met rechtspersonen. Marée: ‘Een collega van mij zei over dat klappertjespistool: “Maar de notaris heeft wel een doorgeladen pistool in de bureaula liggen.” De waarheid ligt eigenlijk meer in het midden.’ Daarmee wil de Belastingdienst zeggen dat de notaris zelf meer mogelijkheden heeft om risico’s van een transactie te beoordelen.
Wensenlijstje
De KNB neemt de notariële poortwachtersrol serieus getuige de notitie Focus op Fraudepreventie. (zie kader Actiepunten) De notitie is opgesteld door de KNB, mede op basis van het vierpartijenoverleg met Belastingdienst, het Openbaar Ministerie en het Bureau Financieel Toezicht, zegt KNB-bestuurslid Aart Barkey Wolf. ‘Het is een weergave van waar we staan en wat we doen. En er zit ook een wensenlijstje in.’
Officier Max Haan juicht het zeer toe dat de KNB met de fraudenotitie een aantal onderwerpen op de agenda wil zetten en de discussie daarover wil stimuleren. Een centraal aandeelhoudersregister, de mogelijkheid het Handelsregister ook te doorzoeken op natuurlijke personen en meer informatie uitwisselen, zullen volgens Haan ‘zeker bijdragen aan de versterking van de poortwachtersfunctie’. Maar deze onderwerpen zijn niet op korte termijn geregeld, al was het maar omdat er nieuwe wetgeving voor nodig is. Tot die tijd moet het notariaat het volgens Haan dus doen met het huidige instrumentarium.
Dat vindt BFT-directeur Marijke Kaptein ook. ‘Er zijn weinig juridische belemmeringen om informatie te delen en samen te werken. Het convenant van BFT en KNB biedt voldoende mogelijkheden. Benut die eerst. De notaris heeft inzage in het Handelsregister en kan op personen zoeken via bijvoorbeeld Company Info.’
‘Company Info biedt een manier van zoeken die helaas niet actueel en verifieerbaar is; dat geldt ook voor Google. De kosten zullen sowieso moeten worden doorberekend,’ zegt Aart Barkey Wolf. ‘Wij zijn nu aan het onderzoeken wat een best practice zou kunnen bieden. Maar het liefst zouden wij gewoon in het Handelsregister naar personen willen kunnen zoeken.’
Eerder waarschuwen
Joost Marée ziet kansen voor een register van belanghebbenden, maar kan namens de Belastingdienst geen voorkeur uitspreken voor de vorm daarvan. Wel kan hij zeggen dat de aanlevering van digitale akten aan de Belastingdienst door notarissen over het algemeen goed verloopt. Hij is ervoor dat de Belastingdienst de KNB binnen de grenzen van artikel 67 van de Algemene wet rijksbelastingen soms direct informatie verstrekt over een notaris die een ‘risicoakte’ heeft gepasseerd. De KNB kan dan eens met die notaris gaan praten om hem of haar te waarschuwen. Nu moet de Belastingdienst een hele formele, ‘zware’ procedure in gang zetten: een melding doen bij het BFT, dat vervolgens een onderzoek opent. En meestal gaat deze procedure pas in werking als een notaris meerdere risicoakten heeft gepasseerd.
In ieder geval vindt Barkey Wolf de informatie van de Belastingdienst nuttig. ‘Als je terugkijkt op de casussen die de Belastingdienst aanlevert, kun je zeggen dat de zaak een andere uitkomst had gehad wanneer de notaris had doorgevraagd. Punt is wel: bij het delen van informatie geldt de geheimhoudingsplicht. Bovendien moeten wij in beginsel onze dienst verlenen aan een cliënt.’
De Belastingdienst zou graag zien dat de notaris een rol gaat spelen bij stichtingen die de aandelen van een onderneming bezitten en gaan wisselen van bestuurder. ‘Feitelijk is zo’n bestuurswisseling een aandelenoverdracht. Nu heeft de notaris er geen bemoeienis meer mee. Als zo’n stichting eenmaal is opgericht, kun je er als fraudeur alles mee doen.’
Compliance punten
Alle partijen vinden dat de notaris wel wat meer zou mogen opletten. Marijke Kaptein: ‘De mindset van de individuele notaris moet op orde zijn. De KNB is heel actief, de weerstand zit vooral bij de notarissen die zekerheid zoeken en bang zijn voor aansprakelijkheid als zij iets verkeerd doen. Dat is te begrijpen. De notaris moet daarom weten wat fraude is, wat de patronen daarbij zijn en waarop hij of zij moet letten.’
Volgens Max Haan is het noodzakelijk om alle notarissen ‘ervan te blijven doordringen dat fraude zó onder hun neus kan plaatsvinden.’ De ‘wens is de vader van de gedachte’ bij notarissen die doen alsof fraude bij hen niet voorkomt en daarom dus menen dat zij niet zo veel hoeven ‘met dat hele poortwachtersgedoe’. Haan vindt het daarom een ‘belangrijke uitdaging’ voor de KNB om op korte termijn notarissen uit de passieve modus te halen.
Voorzitter Laurens Kelterman van de Vereniging van Notarieel Ondernemingsrecht Specialisten VOC is het daarmee eens. ‘Je kunt nieuwe instrumenten willen en de regeltjes willen aanpassen, maar dat helpt niet als het niet goed zit in de hoofden. De awareness bij de notarissen is nog niet groot genoeg.’
Kelterman, die ook lid is van het complianceteam van VBC Notarissen: ‘Notarissen moeten beseffen wanneer zij ongebruikelijke transacties moeten melden en wat de risico’s zijn als zij dat niet doen.’ Notarissen aarzelen soms met melden omdat zij hun cliënt niet willen criminaliseren. Kelterman: ‘Maar notarissen hoeven niet te beoordelen of een transactie verdacht is; ze moeten melden als deze anders is dan gebruikelijk.’
Kelterman raadt notarissen aan een PE-cursus te volgen. ‘Dat is zeker nuttig voor notarissen die alleen werken met een klerk of kandidaat en niet de luxe hebben van een andere notaris die hen scherp houdt. Misschien zou elke notaris verplicht moeten worden om eens in de twee jaar 10 compliance punten te halen.’
Dit artikel verscheen in Notariaat Magazine