Het soms plotseling oplaaiende debat over fraude gaat vaker over de verwachtingskloof dan over hoe je beter fraude kunt ontdekken. Volgens fraudeonderzoekers brengen externe accountants niet veel fraudes aan het licht. Een bonus om fraude te bespreken, zou geen kwaad kunnen.
Sommige mensen zeggen dat accountants geen gevoel voor humor hebben en te rechtlijnig zijn. Bill Gurado weet beter,” schrijft oud-accountant en voormalig fraude-onderzoeker Joseph T. Wells in zijn Corporate Fraud Handbook (2nd edition, 2007). Bill Gurado is manager van een Amerikaans bedrijf met dertig filialen. Hij heeft een paar duizend dollar van de bedrijfsrekening overgeschreven op zijn persoonlijke bankrekening. In het weekend loopt hij in een winkel Barry Ecker tegen het lijf. Als internal auditor van het bedrijf mag Ecker werknemers graag laten sidderen. Na in de winkel even met Gurado te hebben gekletst, zegt Ecker: “Goed, ik zie je maandag.” Gurado krijgt het Spaans benauwd, omdat het onmogelijk is de sporen van de verduistering uit te wissen voordat de controleurs komen. Na ampele overwegingen trekt hij op zondagavond de stoute schoenen aan. Hij belt zijn baas en bekent het misdrijf. Gurado wordt op staande voet ontslagen en verschijnt maandag niet op zijn werk. Natuurlijk komen ook de auditors niet opdagen.
Surprise
Wells gebruikt deze anekdote om het belang te onderstrepen van een verrassingsaudit door de interne of externe accountant. Want als íets fraude kan voorkomen dan is het wel de inschatting die een potentiële fraudeur maakt van de pakkans. Ga dus eens wat vaker onverwacht langs bij de klant, zoals accountant en compliance-adviseur Arnout van Kempen suggereerde in het elektronische fraudedebat, dat in de nazomer van 2018 onverwachts opflakkerde.
Van Kempen en Wells zijn de eersten noch de laatsten die verrassingsbezoeken propageren. In 2000 kwam het Panel on Audit Effectiveness van de toenmalige Public Oversight Board met de aanbeveling dat “auditors should consider incorporating a surprise or unpredictability element in their tests”. Die verrassing kan bestaan uit het afleggen van onaangekondigde bezoeken aan locaties, het hertellen van de inventaris, het spreken met personeelsleden uit verschillende lagen en locaties van de organisatie en het vragen aan afnemers of leveranciers om transacties te bevestigen. De aanbeveling is nooit opgenomen in controlestandaarden, maar dat hoeft de accountant natuurlijk niet te beletten spontaan langs te gaan bij een cliënt als je “toevallig” toch in de buurt bent.
Met een bezoek dat lang te voren is gepland, schrik je hardnekkige fraudeurs niet af. Wells illustreert dat in genoemd handboek ook met een ander verhaal: dat van “Crazy Eddie”. Deze eigenaar van een winkelketen was populair vanwege zijn “krankzinnige prijzen”. De concurrentie keek met afgunst en afgrijzen naar de winsten van Eddie. Later bleek deze ondernemer veel van zijn cijfers te hebben opgeblazen, waaronder die van zijn voorraden. De accountant wist hij lang te misleiden door een deel van de voorraad ’s nachts van het ene naar het andere magazijn te transporteren.
Verborgen camera
De meeste fraudeurs doen echter niet zoveel moeite. Dat laat ook de documentaire The China Hustle zien. De film uit 2017, die werd vertoond op het Fraude Film Festival 2018, gaat over Chinese bedrijven die door financiële makelaars en reverse takeovers aan een notering op de Amerikaanse beurs worden geholpen. De makelaars en de Chinese aandeelhouders verdienen er goed aan zolang Amerikaanse beleggers blijven geloven in de goede resultaten van de bedrijven. Een paar jonge Amerikaanse handelaren twijfelen echter aan de florissante jaarrekeningen, ook al hebben Aziatische big-fourkantoren die goedgekeurd. De handelaren besluiten te speculeren op een koersdaling, die zij zelf veroorzaken door oerdegelijke rapporten over de bedrijven te publiceren. In die rapporten laten zij onder meer met beelden zien dat deze beursgenoteerde bedrijven hooguit een fractie zijn van wat de beleggers wordt voorgespiegeld. Met een bezoek aan de Chinese filialen en verborgen camera’s tegenover de poort van de fabrieken bleek de fraude eenvoudig te ontmaskeren. Maar ja, de short sellers konden miljoenen verdienen aan de ontmaskering en deden dat ook. De Aziatische big-fourkantoren hadden andere belangen.
Intern en extern
Joseph T. Wells is een voormalig FBI-agent en gepensioneerd registeraccountant in Texas. In 1988 richtte hij de Association of Certified Fraud Examiners (ACFE) op. De vereniging prijst zichzelf aan als ’s werelds grootste anti-fraudeorganisatie en voornaamste aanbieder van fraudebestrijdingsopleidingen. De ACFE heeft 85 duizend leden in 125 landen. Het Nederlandse Chapter telt 361 leden, van wie 232 na een examen de titel CFE mogen voeren. De resterende 129 zijn associate members. In Nederland waren aanvankelijk vooral forensisch accountants ACFE-lid. De laatste jaren is er een flinke aanwas uit met name andere beroepen die zich bezighouden met fraudeonderzoek of -bestrijding.
“Onze doelgroep is veel breder dan alleen accountants. Daarom mengen wij ons niet in het debat over de rol van de accountant bij fraudebestrijding,” zegt voorzitter Gertjan Groen van de Nederlandse afdeling. Groen begon in 1993 als forensisch accountant bij KPMG, de bakermat van de forensische accountancy in Nederland. Tegenwoordig is hij manager bij Fox-IT.
De ACFE brengt sinds 1996 elke twee jaar een Report to the Nations uit. De rapporten bevatten veel cijfers, die een indruk geven van de fraudetrends. De editie van 2018 is gebaseerd op de 2690 fraudegevallen die de leden wereldwijd hebben gemeld aan het hoofdkwartier in Texas. Uit Nederland kwamen tien meldingen. Dat lijkt niet veel voor 361 leden.
Uit de wereldwijde meldingen blijkt dat 40% van de fraudes aan het licht komt door tips, 15% door interne controles en 4% door externe controles. Externe accountants lijken dus weinig bij te dragen aan de ontdekking van fraudes. Groen vindt die uitleg echter te negatief. “Je mag ook verwachten dat fraude eerder door bijvoorbeeld de interne accountant wordt geconstateerd dan door de externe accountant.”
Madoff
“Een zorgvuldige taakuitoefening brengt ook mee dat de accountant geen nodeloos uitgebreide werkzaamheden verricht.” Dat zei het Gerechtshof Amsterdam toen het in oktober 2018 de claim afwees van beleggers die de dupe zijn van Bernard L. Madoffs gigantische beleggingsfraude. Die beleggers eisten een schadevergoeding van PwC dat de boeken van enkele feeder funds had gecontroleerd en goedgekeurd. Het hof wijst er nog op dat je met de kennis van nu geneigd bent te zeggen dat de accountant toen beter had kunnen weten. Accountant in business Arnoud Aikema vraagt zich na de uitspraak van het gerechtshof echter af of nu echt alleen handelaar Harry “No one would listen” Markopolos zag dat de rendementen van Madoff’s investeringen onwaarschijnlijk constant waren.
Je kunt rook zien door beter naar de cijfers te kijken. Zo roept Wells accountants en andere onderzoekers in 2007* op de veranderingen in de current- en andere ratio’s te analyseren. Groen: “Fraudeurs kennen die ratio’s ook. Gebruik daarom bij het opzetten van het controleprogramma ook eens andere tools, verrassingsratio’s. Ja, IT tools kunnen de kans op ontdekking zeker vergroten. Maar ze leveren niet meer op dan signalen, geen feiten. Je zult de signalen altijd moeten duiden in de context en moeten praten met directie en medewerkers. Niet alleen met the usual suspects, maar ook hun collega’s en tegenspelers.”
In Report to the Nations 2018 worden diverse gedragskenmerken van fraudes gekwantificeerd. Met deze red flags kun je fraude niet voorspellen, maar wel eerder constateren. Zo leven fraudeurs in 40% van de gemelde gevallen boven hun stand. Groen: “Misschien was niet zo zeer de Maserati van de Rochdale-directeur een fraudesignaal als wel dat die een taxikenteken had. Waarom? Om bpm of btw te besparen?”
Fraudes worden verder in de hand gewerkt door financiële problemen (27%), ongewoon nauwe banden met verkoper of klant (19%), echtscheidings- of familieproblemen (14%) en/of een “wheeler-dealer”-houding (12%). De financiële, echtscheidings- en familieproblemen leiden bij vrouwen vaker tot fraude dan bij mannen.
Belonen
Forensisch accountant bij de Belastingdienst Ron Dohmen, tevens veelklager bij de tuchtrechter, schreef een tijdje terug in een column voor Faces-online over zijn ervaringen met accountants. Daaruit blijkt dat het er vaak niet zo zeer om gaat wat een accountant tijdens zijn werkzaamheden heeft gemist, alswel om wat hij wèl heeft gezien maar op zijn beloop heeft gelaten. De volgende piek in het debat zou daarom moeten gaan over hoe je fraude(signalen) bespreekt met de klant. Gertjan Groen: “Als je daardoor een klant verliest die mogelijk of daadwerkelijk fraudeert, zou je daarvoor beloond moeten worden. Niet alleen omdat je het kantoor reputatieschade en boetes bespaart, maar ook omdat je het aanzien van de beroepsgroep niet schaadt.”
*) Begin 2018 kwam Wells’ International Fraud Handbook uit, dat anders is opgezet en minder is gericht op accountants en financiële verslaggeving.
Dit artikel verscheen in Accountant magazine Q4 2018