Advocaten en accountants willen kantoormodel niet veranderen

‘De meeste kantoren zitten nog in de ontkenningsfase,’ zeggen hoogleraar Strategisch Management en Innovatie Henk Volberda en organisatieadviseur Rob Wagenaar. In De Nieuwe Professional Service Firm schrijven zij samen met consultant Martijn van de Mandele wat advocaten- en accountantskantoren en organisatieadviesbureaus moeten doen om de ontwrichtende ontwikkelingen te overleven.

Tegen advocaten- en accountantskantoren wordt al jaren gezegd dat ze moeten veranderen, maar zij houden het nog goed vol op de oude voet. Dus waarom zouden ze?

Henk Volberda: ‘De meeste kantoren zitten nog in de ontkenningsfase. Accountants en advocaten zijn traditioneel conservatief. Ze teren nog op hun hoge tarieven en reputatie en houden vast aan het traditionele partnermodel. Maar dat staat nu echt onder druk.’

Rob Wagenaar: ‘Als organisatie moet je goed laten doordringen wat er in de buitenwereld speelt. Zo raken experts hun klassieke kennisvoorsprong kwijt, omdat je overal informatie vandaan kunt halen. De toegevoegde waarde zit ‘m dan in de verbinding met andere specialismen.’

Zijn organisatieadviseurs minder behoudend?

Rob Wagenaar: ‘Organisatie-adviseurs zijn flexibeler en zijn door de vragen van hun cliënten meer bezig met disrupties en veranderen. Terwijl accountants en advocaten meer vastzitten aan behoudende cliëntvragen.’

Welke disrupties ziet u op deze markt?

Henk Volberda: ‘De vierde industriële revolutie heeft grote invloed op de werkprocessen. Advocatenkantoren hebben daarom IT-specialisten nodig. Daarbij komt dat nieuwe generaties het niet meer zo aantrekkelijk vinden om zestig uur per week te werken om twaalf jaar later partner te kunnen worden en bij wijze van spreken te overlijden als ze net gestopt zijn als partner. Ze hebben geen zin om de eerste tien jaar van hun carrière te buffelen voor een partner en willen snel leuke klussen met eigen verantwoordelijkheid. Een derde ontwikkeling is dat klanten niet langer bereid zijn toptarieven te betalen omdat een kantoor een goede reputatie heeft. Zij kunnen bij nieuwe alternatieven als Rocket Lawyer heel goedkoop juridisch advies krijgen. De vierde ontwikkeling is de globalisering. Daardoor moet je je diensten overal kunnen aanbieden door samen te werken met alliantiepartners of als bedrijf een global footprint te hebben.’

Hoe kun je dit als professional overleven?

Rob Wagenaar: ‘Het gaat ons niet zozeer om de professional als wel om de organisatie.’

Henk Volberda: ‘Wij hebben een nieuw canvas-model ontwikkeld voor professionele service firms en komen met een robuust alternatief voor het bestaande model. Maar als je de vraag toespitst op individuen dan heb je specialisten nodig met capaciteiten buiten hun eigen vakgebied. Zo moeten advocaten niet alleen verstand hebben van juridische zaken, maar bijvoorbeeld ook van kunstmatige intelligentie en IT.’

Hoe ziet het kantoor van de toekomst eruit?

Rob Wagenaar: ‘Dat is behoorlijk gefocust, heeft een duidelijke signatuur op de markt en is voldoende flexibel om open te staan voor de benadering die het beste is voor de opdrachtgever. Je vormt steeds nieuwe combinaties met verschillende specialisten, waarbij één kantoor de leiding neemt. Wij noemen dat professional service communities of pop-up firms.’

Henk Volberda: ‘Een professional service community, een team van verschillende specialisten, biedt het beste van twee werelden en houdt het midden tussen vrijheid en hiërarchie. Het gaat om de drie C’s: connectivity – verbinding met elkaar dankzij IT, om compatibiliteit – de verschillende verdienmodellen sluiten op elkaar aan – en om communality – dezelfde cultuur, dezelfde visie en dezelfde filosofie.’

Hoe zet je zo’n professional service community op?

Rob Wagenaar: ‘Iedere organisatie moet haar eigen weg vinden. Maar om te beginnen heb je een paar senior leidinggevenden nodig die het echt willen en er een visie op hebben. Zij moeten zieltjes winnen voor de drie C’s.’

Henk Volberda: ‘Hoe je dat doet, kunnen wij niet uittekenen – dat moet de community zelf doen. In de Verenigde Staten namen twee ervaren advocaten ontslag en begonnen vanuit hun woonkamer de Montage Legal Group. Zij bieden advocatenkantoren deeltijdexpertise on demand en zijn nu één van de snelst groeiende juridische advieskantoren. Een ander voorbeeld is de Berkeley Research Group, die in 2010 werd opgezet door topwetenschapper David Teece. Deze groep had twee jaar geleden 1100 professionals in dienst en genereerde een omzet van 400 miljoen euro. Het bedrijf heeft een duidelijk bestuur, maar is geen hiërarchische corporate en ook geen flex firm. De professionals hebben een gemeenschappelijke visie, investeren samen in opleidingen en IT en hebben duidelijke afspraken over honoraria.’

Rob Wagenaar: ‘Om IT-researchers aan zich te binden, heeft een andere groep deze in dienst genomen; dat is natuurlijk ook een optie. Het boek staat vol met voorbeelden van bouwstenen voor de professional service community. Maar de perfecte community bestaat nog niet en is nog in ontwikkeling.’

Op de bouwplaats is de saamhorigheid tegenwoordig naar verluidt ver te zoeken vanwege al die losse zzp-ers. Hoe waarborg je collegialiteit bij een grote klus?

Henk Volberda: ‘Door te bouwen aan communality. In de professional service community verhuren mensen zich ook niet op basis van het marktmechanisme. Zij kunnen een eigen carrièrepad en een eigen rol kiezen.’

Heb je hiervoor een ander soort manager nodig?

Rob Wagenaar: ‘Bij veel professional service firms is management een soort corvee: wie is er nu aan de beurt om de tent te besturen? De community heeft wel een leider nodig die een visie heeft. ’

Henk Volberda: ‘In plaats van een transactionele leider – die stuurt op controle, beheersing, geen fouten maken en targets halen – heb je een transformationele leider nodig die inspireert, enthousiasmeert en talenten tot hun recht laat komen. Voor een advocaten-, accountants- of advieskantoor hoeft de ceo niet per se een advocaat, accountant of consultant te zijn. Volgens het Peter Principle kun je niet goed zijn in je vakgebied én goed leiding geven. Dus je zou best iemand kunnen nemen die goed kan leiding geven, maar geen vakkennis heeft. Kijk bijvoorbeeld naar Jan Hommen, die ceo was van KPMG. Je hebt inspirerende leiding nodig.’

Was u zelf een professional service community bij het samenschrijven van dit boek?

Henk Volberda: ‘Wij zijn een hele leuke combinatie van een consultant die gericht is op Amerikaanse bedrijven, een consultant die vooral Nederlandse bedrijven adviseert en een hoogleraar strategisch management en innovatie.’

Rob Wagenaar: ‘Wij hebben elkaar geïnspireerd tot dit boek. En daarvan verschijnt binnenkort ook een Engelse versie.’

 

Dit interview verscheen eerder bij Managementboek.nl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

https://www.managementboek.nl/boekblog/interviews/9126/henk-volberda-de-meeste-kantoren-zitten-nog-in-de-ontkenningsfase