Om gesjoemel tegen te gaan, staat de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen vanaf 1 juli niet langer toe dat bestuurders en commissarissen van verenigingen en stichtingen niet langer meevergaderen en -beslissen over zaken, waarbij zij persoonlijk belang hebben. Notaris Daniël Ohmann en kandidaat-notaris Günther Rensen vertellen over de belangrijkste wijzigingen.
“Voor mij is de kern van de wijzigingen dat er een wettelijke regeling komt voor de raad van commissarissen – die ook raad van toezicht mag heten – bij verenigingen en stichtingen en dat een nieuwe regeling voor tegenstrijdig belang gaat gelden voor verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. In het huidige stichtingenrecht staat daar nog geen enkel voorschrift over, terwijl het in de praktijk wel regelmatig speelt. Denk bij tegenstrijdig belang bijvoorbeeld aan die Limburgse stichting voor landschapsbeheer, waar de bestuurder volgens recente berichten in de media allerlei transacties deed met zijn eigen BV’s. De wet geeft een regeling voor hoe je daarmee moet omgaan als bestuur,” zegt Günther Rensen, kandidaat-notaris en professional support lawyer bij Allen & Overy.
De regeling is dezelfde als die voor NV’s en BV’s: een bestuurder of commissaris vergadert en beslist niet mee over zaken, waarbij hij of zij een persoonlijk belang heeft dat indruist tegen het belang van de rechtspersoon. Deze regeling gaat dus ook gelden voor de tienduizenden verenigingen en stichtingen, het groeiend aantal coöperaties en de onderlinge waarborgmaatschappijen.
VvE? Nee!
De raad van toezicht wordt niet verplicht en de Wbtr biedt niet meer dan een basis. Daniel Ohmann, notaris bij Ohmann Notariaat: “De wettelijke regeling is een kapstok. Als je meer wilt dan een tandeloze toezichtsraad zul je dat moeten opnemen in de statuten.”
Veel stichtingen en verenigingen zijn nu volgens Ohmann bezig met werkboeken en procesbeschrijvingen en worden daarbij geholpen door koepels en bonden. “Die zorgen ook voor de gang naar de notaris. Je moet controleren of er al een orgaan is dat lijkt op een raad van toezicht. Zo ja, dan worden de leden automatisch toezichthouder met alle bevoegdheden en aansprakelijkheden.”
Ohmann en Rensen geven samen online-cursussen over de Wbtr. Daar was één van de vragen of ook de vereniging van eigenaren eronder valt. Volgens de docenten is het korte antwoord: nee. De meeste vragen gaan over de belet- en ontstentenisregeling en de beperking van het meervoudig stemrecht. De belet- en ontstentenisregeling is met name nodig voor stichtingen waar het bestaande bestuur het nieuwe bestuur benoemt. Ohmann: “Als het bestuur na een ruzie opstapt, is er niemand die een nieuw bestuur kan benoemen. De wet voorziet dan in een regeling, die ook geldt voor de raad van toezicht.”
Familiestichting
Bij de familiestichting zie je volgens Ohmann nogal eens dat de pater familias zich statutair een meerderheid van het stemrecht heeft toebedeeld. Straks kan een bestuurslid nooit zo veel stemmen uitbrengen dat hij de rest overrulet. Ohmann: “De beperking van het meervoudig stemrecht onderstreept het belang van collegiaal bestuur: we zijn met z’n allen verantwoordelijk als het fout gaat.”
Een belangrijke wijziging is volgens Rensen ook nog dat de gronden om de rechtbank een stichtingsbestuurder te laten ontslaan worden verruimd. Bovendien vallen nu ook de leden van de raad van toezicht/commissarissen onder deze ontslagregeling, die mede is ingegeven door fraude en andere schandalen met publiek-gefinancierde stichtingen, zoals woningcorporaties en zorginstellingen. Na ontslag door de rechtbank mag een bestuurder in beginsel vijf jaar lang geen bestuurder of commissaris meer worden van een stichting. Bij de oprichting van een stichting en bij inschrijving van een nieuwe bestuurder of commissaris moet de notaris bij de KVK nagaan of er geen bestuurs/commissarisverbod geldt.
Aansprakelijkheid
Daniël Ohmann: “Er zijn stichtingen met maar één bestuurder, terwijl er best veel vermogen in zit zonder dat de buitenwereld of de notaris dat ziet. Zo’n bestuurder komt gemakkelijk in de verleiding om zichzelf bijvoorbeeld een hoger salaris te betalen dan materieel verantwoord is. Door de uitbreiding van de ontslag- en aansprakelijkheidsregeling komt hij daar minder gemakkelijk mee weg.”
De aanscherping van de aansprakelijkheidsregeling komt erop neer dat bestuurders en commissarissen van alle, ook niet-commerciële, stichtingen en verenigingen bij faillissement aansprakelijk zijn als onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak van het faillissement is. Rensen beklemtoont dat deze regeling ook voor sportclubs en vrijwilligersorganisaties zal gelden.
Meteen aanpassen
Volgens het overgangsrecht hoeven rechtspersonen de wijzigingen pas te verwerken bij een volgende statutenwijziging. Günter Rensen: “Maar dat gebeurt misschien pas in 2041. En dan moet de notaris eraan denken dat er twintig jaar geleden een wettelijke regeling was…”
Daniel Ohmann: “Ik noem die methode: een beroep op het achterhoofd van de notaris. Die moet dan bedenken: O ja, in 2021 was er een bepaling die aanpassing voorschrijft als de statuten worden gewijzigd. Als je de statuten dan niet aanpast, heb je een probleem. Daarom kun je dat het best meteen doen.”
Belangrijkste wijzigingen Wbtr
- Raad van commissarissen: wettelijke basis voor een raad bij verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen;
- Tegenstrijdig belang bestuur en raad van commissarissen: wettelijke regeling NV en BV nu ook voor verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen;
- Ontslag van stichtingsbestuurders én -commissarissen door de rechtbank wordt gemakkelijker;
- Stemrecht: meervoudig stemrecht bestuurders en commissarissen wordt beperkt tot maximaal de helft van de stemmen;
- Belet- en ontstentenisregeling voor bestuur en raad van commissarissen wordt verplicht;
- Aansprakelijkheid bestuurders en commissarissen bij faillissement wordt aangescherpt.
Dit artikel verscheen in Notariaat Magazine