Op de dierenpolitie wordt veel afgegeven. Misschien komt het door haar beschermheer Dion Graus. De animal cops verdienen beter. Want zij houden ons, net als de dieren, een spiegel voor. Mooi is dat de dierenpolitie ook de hulpverleningstaak van de politie weer in beeld brengt. En dat komt de reputatie van de politie ten goede.
Ook roept de dierenpolitie ook nuttige vragen op. Wie beslist over de inzet van de agenten? Wie bepaalt de strategie, de aanpak? De Dierenbescherming? De burgemeester van de gemeente? De officier van justitie? De korpschef? De driehoek? Is daarover een discussie geweest?
Onlangs stuurde politie-expert Bob Hoogenboom mij een rapport met de eerste bevindingen uit de aanloop naar de nationale politie. De politiekorpsen in Groningen, Friesland en Drenthe hebben vijf jaar geprobeerd met elkaar samen te werken. Op bladzijde 48 van de ‘Lessen uit het Noorden’ schrijft Hoogenboom:
“Het idee komt op om kort nadat het shared services concept als richtinggevend principe wordt aanvaard de drie hondenbrigades bij elkaar te voegen en qua beheer en opleidingen samen te laten werken. Hier zou een snel succes te boeken zijn, al was het maar vanwege het geringe aantal betrokken functionarissen (15). Hiermee wordt 5 jaar geleden begonnen. Tot op de dag van vandaag is de hondenbrigade niet geïntegreerd. De verklaring zit in de botsende visie tussen Groningen enerzijds en Fryslân en Drenthe anderzijds over de gewenste
beloningsstructuur voor honden (straffen of belonen) en onvoldoende ‘hardheid’ bij de leiding
om te sturen op samenwerking tussen de medewerkers.”
De eerste reflex is natuurlijk: als het op deze kleine schaal niet lukt, lukt het op nationale schaal helemaal niet. Ik zie het lichtpuntje: er wordt gediscussieerd over straffen of belonen. Het gaat nu een keer niet over het belonen van politieagenten, maar over de ideologie in de praktijk: wat werkt het best?
Psychologen van de universiteiten in Groningen en Buitenveldert zeggen dat het niet uitmaakt of je straft of beloont, zo lang de bedoeling maar goed is. Dat blijkt volgens hen uit een analyse van bijna tweehonderd studies over straffen en belonen bij sociale dilemma’s. Straffen of belonen schijnt het best te werken als het de beloner of bestraffer veel moeite of geld kost. Op die manier wordt namelijk duidelijk dat de sanctionaris het niet zo zeer uit eigen belang doet alswel omwille van het algemeen belang. Hij offert zich een beetje op en laat daarmee zien dat een coöperatieve houding zeer belangrijk is voor het behalen van het collectieve doel. Als mensen op die manier gestraft of beloond worden, is de kans groter dat zij coöperatief gedrag zelf ook belangrijker gaan vinden.
Bij de witteboordencriminelen die zich bankiers noemen, werkt belonen in ieder geval averechts. Bonussen zetten aan tot gelegaliseerde diefstal van onnozele spaarders en beleggers. En van politiemensen die toeleven naar hun pensioen. Moet je profiteurs dus straffen?
BELONEN OF STRAFFEN?
Het antwoord is niet eenvoudig. Econoom Ewoud van Laer schreef (op 22 februari 2012) in NRC Handelsblad over strafculturele verschillen, met name die tussen Duitsers en Grieken. “De wijze waarop wordt gestraft, blijkt in beide cultuurkringen aanmerkelijke te verschillen. In Noord-Europa worden degenen die weinig aan het gemeenschappelijke project bijdragen gestraft. De profiteurs (…) worden zo gestimuleerd in de volgende ronde meer bij te dragen. In Griekenland worden de sociale groepsgenoten daarentegen vrijwel net zo vaak gestraft als de profiteurs. Degenen die gestraft worden, zijn kennelijk zo verontwaardigd dat zij zich in de volgende ronde wreken op de socialen.”
Gezien de cultuurverschillen in de maatschappij is het dus nog niet zo simpel om uit te maken welke prikkel onder de gegeven omstandigheden het meest effectief is.
Op het ministerie van Veiligheid en Justitie zit de sanctietrommel vol met billenkoek. De lik-op-stuk-bewindslieden lijken zich vooral te bekreunen om criminaliteit die mensen aan den lijve voelen. En hun sanctie op dat soort delicten is straffen.
Acteur Arjan Ederveen laat zijn hond Stuk met hem meespelen in zijn voorstelling door zo nu en dan te strooien met hondensnoepjes. Ook in circussen en laboratoriumproeven worden dieren ‘operant geconditioneerd’ door ze te belonen. Maar ja, dieren zijn nu eenmaal dommer dan mensen.
Wellicht leiden de ervaringen van de Dierenpolitie tot diepere inzichten in wat werkt.
(Deze blog is als column verschenen in het Tijdschrift voor de Politie nr. 2/12)