Het tuchtrecht is goed voor het maatschappelijk vertrouwen in het accountantsberoep. Daarom zouden kantoren tuchtklachten moeten indienen tegen hun eigen medewerkers als die ernstig tekortschieten, zegt juriste Rianne Herregodts. Zij promoveerde op Gemeenschappelijke normen voor vertrouwensberoepen. Daarin vergelijkt zij de tuchtnormen voor artsen, advocaten en accountants na 17.000 tuchtrechtuitspraken te hebben onderzocht.
Hoe kwam u bij een onderzoek naar tuchtnormen voor deze beroepen?
‘Van 2009 tot 2013 heb ik als advocaat regelmatig klachten ingediend over het handelen van accountants. Ik vond het juridisch interessant om te zien hoe je algemene belangen bewaakt door te kijken naar het handelen van individuele beroepsbeoefenaren, die een zekere professionele vrijheid nodig hebben om hun vak goed te doen. Arts, advocaat en accountant zijn alle drie vertrouwensberoepen die wettelijk geregeld tuchtrecht hebben. Wat kunnen die van elkaar leren? Hoe beantwoorden zij de gemeenschappelijke vragen? En kun je overeenkomsten identificeren?’
Wat zijn de overeenkomsten?
‘In het tuchtrecht gaat het om persoonlijke verwijten; fouten worden niet toegerekend aan een leidinggevende of kantoordirecteur. Ook als een teamleider of directeur te weinig de vinger aan de pols houdt en een medewerker te veel laat zwemmen, dan is dat nog steeds een persoonlijk verwijt. Dat moet wat mij betreft zo blijven. Verder hebben de beroepsgroepen vijf fundamentele beginselen met elkaar gemeen: professionele autonomie en professionele oordeelsvorming, zorgvuldige omgang met de belangen van de cliënt, vaktechnische kwaliteit, geheimhouding en zorgvuldige omgang met vertrouwelijke informatie en professioneel gedrag. Deze overeenkomsten bieden een goede basis om elkaars tuchtrecht te verbeteren. De beroepen zouden vaker over hun schutting heen moeten kijken. Want ook al noemen ze het verschillend, vaak doen ze hetzelfde.’
Kantoorgenoot aanklagen
In het medisch tuchtrecht dient een ziekenhuis soms een klacht in tegen een eigen medewerker. Zouden accountantskantoren dat ook moeten doen?
‘Ziekenhuizen doen het eigenlijk vooral bij seksueel grensoverschrijdend gedrag. Maar ook buiten die gevallen zou het voor het tuchtrecht goed zou zijn als werkgevers een klacht zouden indienen, bijvoorbeeld bij ernstige vaktechnische tekortkomingen of integriteitsschendingen. Door zijn goede informatiepositie kan de werkgever gemakkelijker een goed onderbouwde klacht indienen dan een individuele cliënt. Als een accountant echt ernstig tekortschiet zou je als kantoor kunnen overwegen te klagen, zodat die accountant het beroep al dan niet tijdelijk meer kan uitoefenen. Het kantoor klaagt dan omwille van het algemeen belang en het doel van het tuchtrecht om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te verbeteren.’
Een kantoor heeft wel andere middelen om een uitglijdende medewerker tot de orde te roepen…
‘Ja, ik begrijp natuurlijk wel dat een accountantskantoor dit niet zo gemakkelijk zal doen.’
Wat zijn volgens u de verschillen met bijvoorbeeld de advocatuur?
‘De advocaat is veel meer de vertrouwenspersoon van de cliënt dan de accountant en dat zie je bijvoorbeeld terug in de omvang van de geheimhoudingsplicht. Daarom heeft de accountant geen verschoningsrecht. Maar de discussie over onafhankelijkheid en onpartijdigheid is vergelijkbaar: je moet afstand bewaren tegenover de cliënt en mag je niet ongeoorloofd laten beïnvloeden.’
Wat zeggen de verschillen over het accountantstuchtrecht?
‘Bij de accountant gaat het steeds om de vraag: waartoe ben je op aarde? De accountant moet de integriteit van het accountantslabel bewaken en mag het maatschappelijk vertrouwen in het beroep niet schaden. Bij accountants weegt het algemeen belang net iets zwaarder dan bij de andere twee beroepen.’
Charmante beginselen
U noemt de Verordening Gedrags- en Beroepsregels Accountants ‘prachtig’ en ‘charmant’, waarom vindt u dat?
‘Ik ben een fan van de VGBA, want daarin is een uitstekende balans gevonden tussen het sturen op de naleving van de fundamentele beginselen en het eerbiedigen van de professionele beoordelingsvrijheid. Met regels kun je nooit alle gevallen afdekken. Het is daarom beter om te zeggen dat de beroepsbeoefenaar de ruimte voor professionele oordeelsvorming zorgvuldig moet invullen. Bij de VGBA wordt niet alleen de uitkomst daarvan beoordeeld, maar nadrukkelijk ook of je de speelruimte zorgvuldig hebt gebruikt.’
De weg ernaar toe is belangrijker dan het doel?
‘Niet per se belangrijker. De accountantstuchtrechter kijkt aan de hand van het conceptueel raamwerk of de accountant zich een bedreiging voor de naleving van een van de beginselen heeft gerealiseerd, wat hij heeft gedaan, met wie hij erover heeft gesproken. Advocaten en artsen hebben dat conceptueel raamwerk niet. Advocaten hebben wel enkele kernwaarden en gedrags- en beroepsregels die vooral zeggen: als a dan b. Dat zie je terug in de uitspraken: de uitkomst is dan wel of niet voldoende.
Wanneer zijn regels nodig in plaats van principes?
‘Als je voor honderd gevallen dezelfde uitkomst wilt en er geen ruimte is voor professionele oordeelsvorming.’
Bestaat er een verwachtingskloof tussen klager en tuchtrechtspraak?
‘Klagers hebben te hoge verwachtingen, vooral van de tuchtrechtspraak over advocaten en artsen. Cliënten en patiënten voelen zich vaak niet gehoord en stappen dan naar de tuchtrechter. Bij de Accountantskamer klagen ook professionele gebruikers en toezichthouders. Die weten meestal wel dat je bij de tuchtrechter geen schadevergoeding kunt vragen of kunt proberen om de dienstverlener in de ogen te kijken om de zaak uit te praten.’
Zijn er, zoals u schrijft, echt te veel bagatelzaken?
‘Bagatelzaak is eigenlijk een flauwe term, want klagers hebben wel degelijk ergens last van en het gaat ook om een heus geschil. De wetgever bedoelt met die term dat de klachten dan in essentie te slecht onderbouwd zijn, feitelijk niet kloppen of vooral gaan over het niet gehoord voelen. In het medisch tuchtrecht heb je jaarlijks honderden van zulke klachten. Bij accountants valt dat wel mee.’
Wordt er misbruik gemaakt van het tuchtrecht?
‘Het zijn accountants die dat zeggen. Iedereen mag klagen, ook zonder een misstand aan de kaak te stellen of vanuit een ander motief dan het algemeen belang. Dat is geen misbruik.’
Sommige accountants zeggen dat de tuchtrechtspraak slecht is voor de reputatie van en het vertrouwen in het beroep.
‘Ik kan mij voorstellen dat ze dat zeggen, want je laat als beroep iets van je kwetsbaarheid zien. Maar het maatschappelijk verkeer ziet de accountant als een keurmerk en een waarborg voor kwaliteit. Iedereen die de titel draagt, moet de beroepsnormen naleven. En als een accountant herhaaldelijk steken laat vallen, moet je die uit het beroep kunnen zetten. Dus uiteindelijk is het voor het vertrouwen en de reputatie goed dat het tuchtrecht er is.’
Een iets uitgebreidere vorm van dit interview verscheen bij Accountant.nl