Verander of verdwijn. Grote accountantskantoren lijken te beseffen dat er echt iets moet veranderen. De minister van Financiën wil dat de beroepsgroep over een jaar het merendeel van de drieënvijftig aangekondigde verbeteringsmaatregelen op de rails heeft staan. Maar op de Accountantsdag 2014, die op 26 november werd gehouden, leek niet elke accountant daar vertrouwen in te hebben. En is het eigenlijk wel nodig? (Foto: Marja Brouwer-Franken/NBA)
“Is dit wel een feestje?”, vraagt dagvoorzitter Rens de Jong ’s ochtends aan NBA-voorzitter Huub Wieleman, nog voordat uit een peiling onder de 1.400 deelnemers blijkt dat zeven van de tien accountants nog lol hebben in het beroep. Wieleman: “Ik denk het wel. Ik kan mij niet herinneren dat er ooit zo veel publieke belangstelling was.”
De Jong: “Het is geen tijd voor eufemismen!”
Wieleman: “We hebben een turbulent jaar gehad, maar we staan er goed voor. Ik hoop dat we aan het eind van de dag kunnen zeggen: we staan achter de voorgestelde maatregelen en we gaan het ook zo doen. Ik ben tevreden als iedereen dan nieuwe ideeën en energie heeft om de toekomst in te gaan.”
Publiek belang
Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem hamerde in zijn key note speech op het publiek belang. Mensen hebben helder zicht nodig op de stand van zaken bij een bedrijf of een instelling. En daarvoor kijken ze naar de accountancy. “Het is uw maatschappelijke verantwoordelijkheid om de samenleving duidelijkheid te bieden over de deugdelijkheid en betekenis van de cijfers. Wat verwacht ik van u? Dat het stempel dat u op de jaarrekening zet, een kwaliteitsstempel is. Dat u pas rust als u de risico’s en de zwakke punten van een bedrijf zichtbaar hebt gemaakt. Dat uw onderzoek zorgvuldig is en uw verslaglegging duidelijk over alle plussen en de minnen. Dat uw houding ten opzichte van uw cliënt onafhankelijk en kritisch is. Dat u het publieke belang voorop stelt. En dat u pas daarna, als u daar allemaal aan hebt voldaan, uw goedkeurende stempel zet.”
De bal ligt bij de beroepsgroep, ook al neemt de minister een aantal wettelijke maatregelen. “Ik dwing een aantal veranderingen af bij wet. Denk bijvoorbeeld aan de onafhankelijke raad van commissarissen voor de grote kantoren, die bestuurders aanstelt en ontslaat. Maar daarmee is het vertrouwen van de samenleving nog niet terug. Het is aan u dat terug te winnen. Het komt niet terug door regelgeving. En ook niet door toezicht. U brengt het vertrouwen terug door uw vak excellent uit te oefenen en het publieke belang voorop te stellen.”
Vertrouwen
In de discussie met de zaal straalt de minister vertrouwen in de beroepsgroep uit, maar draait hij de duimschroeven wel enigszins aan. “De AFM heeft nu een aantal jaren de thermometer in de dossiers gestoken. Na vier jaar bleek er geen vooruitgang te zijn. Dat vreet aan het vertrouwen. Ik zal mijn verantwoordelijkheid nemen als maatregelen niet goed worden geïmplementeerd en de kwaliteit niet omhoog gaat. De implementatie van de NBA-maatregelen wordt wel cruciaal.”
Hoe veel tijd krijgt de beroepsgroep daarvoor?
Dijsselbloem: “Over een jaar moet de meerderheid van de maatregelen echt wel op de rails staan.”
Hoe streng gaat u zijn als het over vijf jaar niet allemaal is doorgevoerd?
Dijsselbloem: “De AFM gaat het toezichtinstrumentarium meer inzetten. Ik wil niet uitgaan van rampscenario.”
Scepsis
Volgens Jan Rotmans, hoogleraar duurzaamheid en transities aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, moet de beroepsgroep meegaan met de veranderingen in de maatschappij. Maar hij heeft er weinig vertrouwen in dat de 53 maatregelen van de werkgroep Toekomst Accountantsberoep voldoende teweegbrengen. “Op deze manier gaat het niet werken, dacht ik toen ik de discussie hoorde en het rapport las. Ik mis het gevoel, de emotie. Als je echt wilt veranderen doe je dat niet vanuit ratio, maar vanuit een positieve visie en inspiratie. Niet door nog meer te beheersen en te monitoren.”
De gevestigde orde moet de nieuwe generatie omarmen. “De oude orde ziet de nieuwe als een bedreiging en vindt dat de nieuwe zich moet aanpassen. Maar ze moeten samen gaan.” Dat kan door in het kantoor naast de bestaande werkwijze “een tweede lijn” te ontwikkelen. Maar ook dan zal de omslag niet snel gaan, zei Rotmans. “Dit soort veranderingen gaat traag. Het vergt eigenlijk een cultuuromslag. Hoe meer druk je daar op zet, hoe kleiner de kans dat het lukt.”
Peter Wakkie, advocaat en onder meer commissaris bij TomTom en WoltersKluwer, heeft er ook een hard hoofd in. “Drieënvijftig maatregelen uitvoeren is te veel. Vijf aanbevelingen verwerken in een organisatie is al een huzarenstuk.”
Goed werk
Peter Wakkie is vanuit de optiek van commissaris bij organisaties van openbaar belang (oob’s) opvallend sceptisch over de noodzaak van verbetering. “Ik vind niet dat er zo veel moet veranderen. Mijn ervaringen met accountants zijn vrijwel zonder uitzondering goed. Controlestandaarden handhaven is de grootste prioriteit. In het beursfondsenklimaat zijn de aandeelhouders daar zijn zelden ontevreden over. Wat verkeerd gaat is denken dat de accountant er is voor de maatschappij. Hij is er alleen voor de stakeholders van de onderneming. Bovendien laten accountants zich te veel aanleunen dat ze het niet goed doen. Er is meer publiciteit dan dat er echt iets aan de hand is.”
Marc Hogeboom, die bij KPMG verantwoordelijk is voor de auditpraktijk: “Het is fijn voor Wakkie dat hij zulke goede ervaringen heeft, maar er moet iets veranderen. Wakkie heeft een veel te enge interpretatie van ons vak. Wij moeten op de aandeelshoudersvergadering ook verantwoording afleggen tegenover het maatschappelijk verkeer.”
Wakkie: “De aandeelshoudersvergadering is niet de maatschappij. Iemand die er buiten staat, heeft er niets mee te maken.”
Hoogeboom: “We hebben wel degelijk een maatschappelijke rol.”
Wakkie: “Dat is niet waar te maken.”
Hogeboom: “Al sinds 1917.”
Wakkie: “Zo had ik het niet begrepen.”
Dagvoorzitter Rens de Jong vraagt wat KPMG concreet aan het doen is.
Hogeboom zegt dat KPMG onder meer als beste uit de bus wil komen bij de volgende AFM-controle: “Mij wordt vaak gevraagd: waarom lukt het nu wel? Er is sense of urgency, bij alle big four-kantoren. De berichtgeving doet pijn. De stip aan de horizon is duidelijk.”
Wakkie: “Dat zijn google-woorden uit een Zen-cursus. Goede controle is de kerntaak en dat doet men.”
Rens de Jong: “Jan Hommen zei in De Telegraaf: ik organiseer come-to-Jesus-sessies. Meent hij dat serieus?”
Ja, volgens Hogeboom zijn er “inkeerregelingen” en “dialoogsessies” om de cultuur te veranderen.
Erik van de Loo, hoogleraar leiderschap en gedrag aan de TIAS/VU: “Monniken komen samen in de kapittelzaal om te bespreken wat er mis gaat. Zij stappen daarvoor even uit de hiërarchie, zodat iedereen vrij kan spreken.”
Rens de Jong tegen Marc Hogeboom: “Het klinkt als eenmalig…”
Hogeboom: “Je moet ergens beginnen.”
Mimiek
Uit een peiling blijkt dat de relativerende woorden en mimiek van Peter Wakkie niet alleen op de lachspieren werkten, maar ook het denken beïnvloedden over de slaagkans om het vertrouwen te herwinnen: 9 procent van de accountants denkt dat dat gaat lukken, de rest twijfelt of denkt van niet (zie: Lol en vertrouwen in cijfers). Hogeboom schrok van het cijfer. Uit de zaal kwam de vraag of Wakkie, die er ook voor pleitte dat ondernemingen meer uitgeven aan controle, geen NBA-voorzitter wilde worden. Hoe serieus de vraag was, werd niet duidelijk.
LOL EN VERTROUWEN IN CIJFERS
Is het beroep nog leuk?
68 procent van de 1.400 deelnemers zegt “ja”.
25 procent twijfelt.
7 procent zegt “nee”.
Welk rapportcijfer geeft de BV Nederland nu volgens de deelnemers aan accountants?
Een 5,3.
En in 2020?
Een 6,3.
Voelen de deelnemers persoonlijk de urgentie om te veranderen (of moet alleen de ander veranderen)?
66 procent voelt die urgentie persoonlijk.
34 procent niet.
Gaat het lukken om het vertrouwen te herwinnen?
9 procent denkt van wel.
De rest twijfelt of denkt van niet.
Hoe groot is de kans dat we terugvallen in ons oude gedrag?
Volgens 5 procent is die kans 0 procent.
Volgens 20 procent ligt die kans tussen de 1 en 25 procent.
Volgens 35 procent ligt die kans tussen de 25 en 50 procent.
Volgens 28 procent ligt die kans tussen de 50 en 75 procent.
En 11 procent schat die kans groter dan 75 procent.
‘ONMENSELIJKE EISEN’
“We zitten midden in de orkaan na jarenlange stilstand,” zegt Fou-Khan Tsang in een documentaire die Frans Bromet maakte voor de Accountants
dag.
De Alfa-voorzitter heeft een sombere kijk op de wereld. “De mens is inherent slecht, ook de accountant. Negentig procent van de accountants is ouderwets.” Hij voorspelt de terugkeer van de accountant als trusted advisor voor het mkb, die streng doch rechtvaardig tegenover de klant en extra streng is als die klant een organisatie van openbaar belang (oob) is. Zo moet de accountant ingaan tegen de directeur van een woningcorporatie die een Maserati rijdt.
Kees Vendrik, lid van de Algemene Rekenkamer wil het strenge OOB-regime laten gelden voor de hele publieke sector.
Arthur Docters van Leeuwen, oud-voorzitter van de AFM, vindt dat er “onmenselijke dingen” van de accountant worden geëist, zoals fraude ontdekken. “En de accountants laten zich dat aanleunen. De kans dat je als accountant handig frauderen ziet, is klein.”
Voorzitter Michiel Werkhoven van de Accountantskamer vraagt zich retorisch af waarom de AFM niet de accountant van een oob zou benoemen tegen een vastgesteld salaris. Hij ziet echter wel in dat dit idee niet haalbaar is, omdat Nederland (daarmee te ver) uit de pas zou lopen. Overigens is hij best tevreden over de beroepsgroep. Nog niet één procent wordt aangeklaagd en de helft van de klachten is ongegrond. De Accountantskamer geeft honderd keer per jaar een accountant een tik op de neus en zet dertig keer per jaar iemand iemand (tijdelijk) uit het beroep. De tuchtrechter buigt zich echter nauwelijks over grote zaken. Werkhoven: “Die krijgen wij helaas niet. Het is lastig om een klacht te onderbouwen. De AFM en de NBA kunnen dat wel, maar doen het niet. Er gaat ook veel goed in de beroepsgroep. Maar dat knipt u er vast uit.”
Dit verslag verscheen op accountant.nl