BFT haalt graat uit keel notarissen

Voor notariële begrippen was de KNB-ledenraad behoorlijk nijdig op toezichthouder BFT, die veel eisen stelde, maar zelf onvoldoende presteerde in de ogen van veel notarissen. Het Bureau Financieel Toezicht nam de kritiek serieus en haalde de grootste graat uit de keel van de boze leden.  ‘Er moet geen aanleiding zijn voor te grote kritiek,’ zegt BFT-bestuursvoorzitter Chris Breedveld. Gezien de beperkte capaciteit heeft de toezichthouder zelf ook baat bij de tegemoetkoming. 

De brief vol grieven van de KNB-Ledenraad kende Chris Breedveld voordat hij in december 2017 aantrad als bestuursvoorzitter van het BFT. Hoewel zo’n brief volgens hem ‘eigenlijk niet past in de relatie tussen een toezichthouder en een publiekrechtelijke organisatie’ en er weinig mis is met een beetje kritiek op de toezichthouder heeft Breedveld de inhoud serieus genomen. ‘Of het nou het BFT is, de AFM of De Nederlandsche Bank… als de sector zegt dat zij geen enkel probleem heeft met de toezichthouder moet je je bijna zorgen gaan maken. Er zal altijd kritiek zijn. Maar er moet geen aanleiding zijn voor te grote kritiek. Daarom zijn we nu ook goed aan het kijken naar de onderdelen van de brief van de ledenraad.’

 

Maatwerk

Met ‘we’ bedoelt Breedveld de werkgroep die de besturen van het BFT en de KNB in maart in het leven hebben geroepen. In die werkgroep kijken oud-BFT-bestuurslid Hans Gortemaker, oud-KNB-voorzitter Franc Wilmink, BFT-directeur Marijke Kaptein en KNB-directeur Hans Kuijpers onder meer naar alternatieven voor de algemene verplichting om een samenstellingsverklaring van een accountant in te leveren bij de tussentijdse cijfers. Breedveld: ‘Ik heb eigenlijk vanaf het begin gezegd dat die samenstellingsverklaring de grootse graat in de keel was. Daar hebben we naar gekeken. Het BFT zelf heeft al eerder besloten het systeem als zodanig te evalueren. Die evaluatie is afgerond en dat leidt er – alles overziend – toe dat het Bureau het ministerie van Justitie en Veiligheid zal verzoeken om de algemene verplichting tot het indienen van de samenstellingsverklaring af te schaffen. Er lopen nog beroepsprocedures over die verplichting, maar wat ons betreft worden die stopgezet.’

 Kennelijk is zo’n samenstellingsverklaring niet per se nodig om inzicht te krijgen in de liquiditeit en solvabiliteit van een kantoor…

‘De verklaring heeft bijgedragen aan betere cijfers. Maar er staan ook veel nadelen tegenover. Het beleid van ontheffingen betekent voor het BFT een vrij fors capiciteitsbeslag. Het beleid werd ook niet altijd begrepen. Nu denken wij dat het BFT misschien meer met maatwerk aan de slag moet gaan. Dat kan betekenen dat een individueel kantoor wel cijfers met een samenstellingsverklaring moet aanleveren als daar aanleiding voor is. De werkgroep kijkt ook naar hoe landen om ons heen het oplossen. En verder bekijken we of er een principle based financiële verordening kan komen: dus niet zeggen dat de cijfertjes precies zus en zo moeten worden aangeleverd, maar kijken naar ankerpunten in het financiële toezicht.’

Gaat het BFT misschien iets meer leunen op de audits die de KNB zelf uitvoert?

‘Ja, daar lopen gesprekken over. Er is al samenwerking op dat gebied, maar we willen er ook met oog op de toekomst naar kijken.’

 

Keuzes maken

Als we kijken naar de jaarverslagen van het BFT lijkt het dat er ieder jaar een tekort is. Heeft u voldoende mensen en middelen?

‘De tekorten worden tot nu toe opgelost door eigen reserves te benutten. Als we zeggen dat het budget blijft zoals het nu is, betekent dit dat we forse keuzes moeten maken en ik denk dat we dan moeten concluderen dat we niet het toezicht kunnen houden zoals wij dat willen. Maar waartoe dat allemaal leidt, kan ik nog niet zeggen.’

De ledenraad wil graag samen prioriteiten stellen. Nu bestaat het idee dat er veel aandacht is voor kleine overtredingen, terwijl het BFT de grote boeven – de rotte appels, die notarissen zelf ook uit de mand willen hebben – niet in de gaten heeft.

‘Op het moment dat er notarissen zijn die fors over de schreef gaan – een recent voorbeeld zagen we in Amsterdam – dan pakt het BFT die aan. Tegelijkertijd zeg ik: als het zo is dat de hele sector door heeft dat er notarissen zijn die over de schreef gaan, meldt dat dan ook. Het BFT kan met zijn relatief kleine organisatie niet alles overzien. Dat zijn dingen die samen moeten worden opgelost.’

De leden hebben het idee dat het bureau te weinig notariële deskundigheid heeft. Is die deskundigheid gewaarborgd?

‘Zeker, ja. Wij hebben zeer deskundige toezichthouders die allemaal zeer begaan zijn met het werk dat ze doen. Ik heb ook echt de indruk dat zij weten hoe de wereld van een individuele notaris eruit ziet.’

 

Trots

Uw hoofdfunctie is directeur van het Kabinet van de Koning. Hoe kwam u bij het BFT terecht?

‘Twee jaar geleden besloot ik te kijken of ik naast deze functie een toezichthoudende functie kon gaan vervullen. Ik heb bij de Algemene Bestuursdienst een leergang toezichthouder gevolgd, samen met onder andere de nieuwe vice-voorzitter van het BFT. En toen kwam deze vacature. Ik heb verschillende notarissen in mijn vriendenkring, dus ik ken die wereld wel een beetje. Het notariaat is ongelofelijk belangrijk voor de rechtszekerheid in dit land. En het BFT is belangrijk voor het vertrouwen in het notariaat.’

U bent geen jurist. Vindt u dat een voordeel of een nadeel?

‘Het BFT houdt integraal toezicht. Dat gaat natuurlijk niet alleen om de juridische kant, maar houdt ook financieel toezicht in. Ik ben van huis uit algemeen econoom en heb in mijn studie veel rechtenvakken gehad. Ik heb door mijn hele carrière heen ook veel juridische dingen gedaan. Bijvoorbeeld de mediacode opstellen toen ik bij de Rijksvoorlichtingsdienst werkte. Die code gaat over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van leden van het Koninklijk Huis, waarover verschillende procedures zijn gevoerd. En als directeur van het Kabinet kom ik heel vaak staatsrechtelijke zaken tegen. Zo zijn wij ook verantwoordelijk voor het hele wet- en regelgevingsproces voor zover de Koning daar een rol in speelt. Uiteindelijk gaat het erom dat je je een onderwerp snel eigen kunt maken.’

Heeft u, om een beetje in de koninklijke sfeer te blijven, nog een boodschap voor de lezers?

‘Er is een groot vertrouwen in het notariaat. Het notariaat doet het goed. Er is een stevig stelsel en daar kunnen we best trots op zijn. Maar we moeten wel alle zeilen bijzetten om het zo te houden. Als ik kijk naar de maatregelen die de tuchtrechter in 2017 heeft opgelegd naar aanleiding van klachten die het BFT heeft ingediend … drie ontzettingen uit het ambt in één jaar tijd vind ik er drie te veel. En tien schorsingen in een jaar vind ik ook veel. We moeten samen zorgen dat die getallen zo klein mogelijk blijven.’

Dit interview verscheen in Notariaat Magazine van april 2018