Boksen tegen oneerlijke heffing in box 3

Dat de fiscus in box 3 ‘feitelijk meer dan 100% wegbelast’ van het rendement op vermogen, vindt Cor Overduin eigenlijk diefstal. Al noemt hij het keurig ‘in strijd met het eigendomsrecht’. Overduin is partner bij Grant Thornton, maar staat belangenloos de Bond van Belastingbetalers bij in de proefprocedures tegen de heffing over het fictieve rendement. ‘De fiscus staat met 9-0 voor.’ Maar na dit interview voor Het Register scoorde Overduin tegen.

 

‘De centrale stelling is dat de heffing in strijd is met het recht op eigendom, met artikel 1 van het Eerste protocol bij het EVRM dus. Het systeem is fout gemodelleerd. De wetgever heeft destijds gezegd dat iedere sukkel zonder enig risico 4% rendement kan maken. Reëel rendement, zei minister Zalm zelfs, dus rekening houdend met de inflatie. In reële termen heeft het systeem sinds de invoering nooit aan die norm voldaan. Dat hebben we allemaal onderbouwd met cijfers van onder het CBS en De Nederlandsche Bank, maar daar is het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden opmerkelijk genoeg helemaal niet op in gegaan. Het heeft, denk ik dan, gewoon de stukken niet gelezen. Wij hebben van alles aangedragen om te laten zien dat die 4% een farce is. Maar volgens het hof is het fout om het reële rendement alleen te toetsen aan de hand van spaarsaldi, want de Hoge Raad heeft duidelijk gezegd dat box 3 niet af te schieten valt op het enkele feit dat jij maar één soort vermogensbestanddeel bezit. Als je het zo benadert, zijn we inderdaad snel klaar. De Hoge Raad zal het waarschijnlijk ook wel afblazen, omdat het budgettair gewoon een te dure grap is om te zeggen: box 3 blazen we op. Want 4% rendement als norm in het oude systeem betekent ruwweg 4 miljard opbrengst en als je zou zeggen dat 1% een reëel normrendement is, ben je dus jaarlijks 3 miljard opbrengst kwijt.’

De Hoge Raad durft best principieel te zijn in zaken die er budgettair niet toe doen…

Ik heb in de Nederlandse belastingrechtsspraak nog nooit een vonnis of arrest gezien waarvan je zegt: hé, dit kost enkele miljarden. De ellende is, dat alle arresten van de Hoge Raad over box 3 totnutoe zo tegenstrijdig zijn dat ook een deskundige de blokjes nooit goed als een Rubiks cube in elkaar gedraaid krijgt.

Hoe hoog is het reëel rendement volgens u dan?

‘Toenmalig minister Zalm heeft destijds een hele kronkelige uitleg gegeven over hoe je de inflatie moet meenemen. Wij simpele zielen dachten: we kijken wel wat het CBS aan inflatiecijfers geeft en dat trekken we af van het nominale rendement. De Commissie-Van Dijkhuizen heeft het ook op die manier benaderd dus wij bevinden ons in goed gezelschap. Maar Zalm zei dat je de verwachte inflatie moet nemen. Prachtig, daar heb je de zogenoemde indexlening voor. In Nederland kennen wij die niet, maar in Duitsland wel. Wij hebben achterhaald wat de staatsleningen zonder die inflatie-component en mét die inflatieverwachting doen. Als je daar eind 2014 een indexlening wilde die nog tien jaar liep dan zou het voor inflatie gecorrigeerd rendement uitkomen op 0.36% per jaar. Maar hier gaat de Belastingdienst uit van 4% nominaal per jaar; dus ruim tien keer hoger dan de realiteit. Dan ben je dus echt aan het achteruitsparen en moet een belastingrechter toch een keer zeggen: dit klopt niet. Maar goed, om het in Telegraaf-termen te zeggen: voorlopig is het 9-0 voor de fiscus.’

Er zijn toch wel zaken geweest waarin het systeem van box 3 onderuit ging?

‘Ja. Bij de verhuur van een bovenwoning heeft de Hoge Raad gezegd dat je geen ficties op elkaar kunt stapelen. Het houdt op als de fictieve en de werkelijke waarde meer dan 10% uit elkaar lopen. Bij deze uitzondering ging het inderdaad niet om heel veel geld.’

Jullie hebben het over een inbreuk op het eigendomsrecht; maar elke belastingheffing is toch een inbreuk op het eigendomsrecht?

‘Het punt is dat er een redelijke balans moet zijn. Op het moment dat de heffing feitelijk meer dan 100% is dan ben je dus mijn complete rendement aan het weg belasten en als je meer dan 100% belast, eet je zelfs een stuk van de bron op als belastingheffer. Dat je de vruchten volledig probeert in te pikken is al erg, maar als je dan ook nog een hap uit de boom neemt, gaat dat te ver. Ik zou zeggen 60% van het werkelijke rendement is mooi genoeg, want volgens het Europese recht moet een belastingplichtige een decent profit, een redelijk rendement, kunnen maken na belasting.’

Dan is het natuurlijk de vraag hoe je dat reëel rendement vaststelt?

‘Bij spaarsaldi is dat niet heel lastig. Banken moeten tegenwoordig op grond van Europese richtlijnen zo ongeveer alles aan de fiscus vertellen. Beginstand, eindstand, rentebaten…. De Belastingdienst kan al die informatie moeiteloos absorberen. Want waarom zou het met salarisgegevens wel kunnen en met rentegegevens niet? Dat de IT-systemen het niet aankunnen, wordt iedere keer als argument gehanteerd om te zeggen dat iets niet op korte termijn kan veranderen. Maar dan krijg je een soort cirkeltje, hè… omdat de systemen het niet aankunnen, veranderen we niet en omdat we niet veranderen blijven we met het probleem zitten en is er ook geen noodzaak om het systeem aan te passen.’

Straatsburg

Nog even over de procedure… u gaat zo nodig naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens?

‘Ja.’

Succes! Wij kennen eigenlijk weinig fiscale zaken die het daar gered hebben…

‘In een Poolse zaak heeft het Hof gezegd dat het niet zo kan zijn dat je meer dan 100% belast.

En toen de Tweede Kamer enkele jaren geleden bankiersbonussen volledig wilde wegbelasten omdat de banken geen maatregelen namen om bonussen in te perken, zei de toenmalige staatssecretaris van Financiën – Frans Weekers – dat 100 % belastingheffing een onuitvoerbare regeling was. Nou waarom dan niet bij box 3? Ik heb de rechters in mijn pleitnota voorgehouden: zullen we dit fictiesysteem ook eens hanteren in box 1? U bent rechter, u hebt rechten gedaan en had dus misschien wel managing partner van een succesvol internationaal advocatenkantoor kunnen zijn. De fiscus stuurt u daarom een aanslag op basis van een salaris van 8 ton, terwijl u daar misschien nog niet eens een achtste van krijgt. Hoe zo u dat vinden?

Ik sluit niet uit dat politiek Den Haag – als deze discussie in juridische zin al te spannend wordt – zegt: we noemen het voortaan maar gewoon vermogensbelasting. Er is destijds heel bewust voor gekozen om de vermogensbelasting af te schaffen en het een inkomstenbelasting te laten zijn. Maar ja, onder druk wordt alles vloeibaar. Als het juridisch niet houdbaar is om die 4 miljard elk jaar binnen te harken, dan moeten we er misschien maar een ander etiketje op plakken. Dan ben ik klaar, want als een staat vermogensbelasting wil heffen, kan ik dat niet verbieden. In het verleden hadden we vermogensbelasting naast inkomstenbelasting met een zogenoemde anti-cumulatiemaatregel: de heffing van die twee belastingen samen mocht nooit meer zijn dan 68% of 67%. Dus we hadden al eigenlijk een soort norm van wat wij een acceptabele belastingdruk vonden in dit land. Je mag hopen dat dit kabinet inderdaad een variant gaat uitwerken voor het werkelijk rendement.’

Gaat dat deze kabinetsperiode nog lukken?

‘Ik ben bang van niet. Maar hoe lang mag een wetgever talmen? Hoeveel geduld heeft de belastingrechter hiermee? De Hoge Raad heeft al gezegd dat dit een keer moet worden aangepast.’

Dividendbelasting

De fictieve rendementsheffing levert volgens u 4 miljard op, de afschaffing van de dividendbelasting kost 1,4 miljard…

‘Ik vind het moeilijke rekensommen om te controleren. Maar als je kijkt in hoeveel EU-procedures die dividendbelasting al is afgeschoten dan kan ik mij voorstellen dat het kabinet zegt: laten we die dan maar afschaffen, want wat hebben we aan zo’n zwaar gehavende belasting?’

Van het RB hoeft die dividendbelasting helemaal niet te verdwijnen, want voor de dga leidt de afschaffing alleen maar tot ongelukken: er moet bijbetaald worden in box 2.

‘Ja, dga’s moeten niet denken dat box 2 wordt afgeschaft. Want in privé betalen ze gewoon 25% inkomstenbelasting over dividend als de bv geen dividendbelasting meer inhoudt. Je blijft dus als dga last houden van de 25%-heffing. Misschien komt er wel naar goede Nederlandse poldergewoonte een compromis uit: we schaffen hem niet af maar het tarief gaat naar bijvoorbeeld 10 of 7,5%.’

Epiloog

Na dit interview zei het Gerechtshof Amsterdam dat de heffing niet eerlijk is, maar dat de belastingrechter de schade niet kan herstellen.

Dit is een verkorte versie van het interview dat ik samen met Sylvester Schenk maakte voor Het Register