Klachten over vliegtuigvertraging moeten weer worden behandeld. De Inspectie Leefomgeving en Transport hoeft niet langer te wachten met de afhandeling totdat op Europees niveau duidelijkheid komt over de aanspraak op vertragingsvergoeding. Dat zegt de rechtbank Haarlem.
Vier luchtvaartmaatschappijen – KLM, Martinair Holland, Transavia en TUI/Arke Fly – willen dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) klachten van passagiers over vertraging voorlopig niet behandelt en afziet van sancties. Eerst moet duidelijk worden of de vertragingsvergoeding die het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in 2009 heeft geïntroduceerd wel door de beugel kan.
Een Europese verordening uit 2004 bepaalt dat passagiers recht hebben op een vergoeding bij geannuleerde en overboekte vluchten. In 2009 zei het Hof van Justitie in het zogenoemde Sturgeon-arrest dat passagiers ook recht hebben op een vergoeding wanneer vluchten meer dan drie uur zijn vertraagd. De verordening is immers bedoeld om reizigers te beschermen tegen de gevolgen van lang wachten. En of je nu moeten wachten omdat de vlucht geannuleerd, overboekt of vertraagd is, maakt voor de reiziger niet uit.
De luchtvaartmaatschappijen moeten nu standaardvergoedingen betalen. De hoogte hangt af van de duur van de vertraging en de afstand van de vertraagde vlucht. De vergoedingen gelden alleen voor Europese vluchten. Dat zijn alle vluchten die vertrekken vanaf een Europese luchthaven, of ze nu wel of niet door een Europese luchtvaartmaatschappij worden uitgevoerd. En alle vluchten naar Europese luchthavens die worden uitgevoerd door Europese luchtvaartmaatschappijen.
Sindsdien hebben duizenden Nederlanders een klacht ingediend bij de Geschillencommissie Luchtvaart en bij de ILT (c.q. haar voorganger). Ook lopen er honderden civiele procedures om een schadevergoeding te krijgen.
De Nederlandse luchtvaartmaatschappijen hebben tot nu toe geen enkele vertragingsvergoeding uitgekeerd. Zij vinden dat de niet-Europese luchtvaartmaatschappijen een concurrentievoordeel hebben.
Verschillende kantonrechters hebben al wel vertragingsvergoeding in toegekend, maar andere niet. Ook het Gerechtshof Amsterdam heeft een vertragingsvergoeding toegewezen. Tegen alle verloren zaken hebben de luchtvaartmaatschappijen beroep c.q. cassatie aangetekend.
Ook de ILT kan de luchtvaartmaatschappijen dwingen een vergoeding te betalen. De ILT heeft naar aanleiding van de stortvloed van klachten met de luchtvaartmaatschappijen afgesproken enkele proefprocedures te voeren. De inzet daarvan is de vraag of inspectie de maatschappijen met een last onder dwangsom kan dwingen vertragingsvergoedingen uit te keren bij gegronde klachten zolang er twijfels bestaan over juridische basis voor die vergoeding. De ILT zou ondertussen doorgaan met de afhandeling van klachten.
Dat laatste hebben de luchtvaartmaatschappijen in kort geding aangevochten. Zonder succes. De rechtbank Haarlem vindt dat de inspectie niet hoeft te wachten met de afhandeling van klachten tot het moment dat het Hof in Luxemburg antwoord heeft gegeven op de vragen die Nederlandse, Britse en Duitse rechters hebben voorgelegd.
De Haarlemse rechter verbaast zich overigens wel over de gespleten houding van de inspectie. Enerzijds twijfelt de inspectie niet aan de juistheid van het Sturgeon-arrest zo lang het Luxemburgse Hof niet op zijn schreden is teruggekeerd. En daarom wil de inspectie doorgaan met de afhandeling van klachten. Aan de andere kant wil de inspectie voorlopig wel stoppen met het opleggen van lasten onder dwangsom, omdat de vergoedingen praktisch niet zijn terug te halen wanneer ze ten onrechte uitgekeerd blijken. Dus helemaal zeker is de inspectie kennelijk niet.
De vertraagde passagiers hebben ondertussen het nakijken. Want ook als de inspectie hun klachten gegrond verklaart, krijgen zij niets zolang de inspectie de luchtvaartmaatschappijen niet tot uitbetalen dwingt. Zij kunnen een claim indienen bij de rechter. De Consumentenbond biedt hiervoor bijvoorbeeld een aparte service. Maar dat is duurder dan een klacht bij de inspectie of een klacht bij de Geschillencommissie luchtvaart. Die laatste weg is sinds 1 januari dit jaar afgesloten, omdat de luchtvaartmaatschappijen de stekker uit de commissie hebben getrokken.