Geen wonder dat Poetin Oekraïne wil binnenvallen. Na jaren procederen won de Staat Oekraïne de slag om de zogenoemde Krimschatten van vier musea op de Krim. Oeke Hoogendijk wijdde er een fascinerende documentaire aan, waarover ik schrijf vanwege de wraking van de onzichtbare Amsterdamse raadsheer Duco Oranje (foto).
Na afloop van de expositie over de Krimschatten weet de directeur van het Allard Pierson Museum niet aan wie hij de geleende kunstvoorwerpen moet teruggeven omdat Poetin de Krim heeft ingelijfd. Hij laat de rechter beslissen of dat de Staat Oekraïne is dan wel de vier Krim-musea.
‘Dramatisch willekeurig’
Hoogendijk maakt geen geopolitieke thriller van The Treasures of Crimea, maar kiest vooral het perspectief van de archeologe en de museumdirecties. Daardoor lijkt het logisch dat de kunstschatten teruggaan naar de Krim en de musea. De rechtbank en het gerechtshof wijzen de schatten echter toe aan Oekraïne. De documentairemaakster heeft de rechtspraak in deze kwestie ervaren als ‘dramatisch willekeurig en onkundig’, zegt zij achteraf. De indruk dat rechters en raadsheren ‘maar wat doen’ komt ook voort uit het gebrek aan medewerking van de rechtbank en het hof: niemand wilde voor de camera iets zeggen.
Daardoor ligt het zwaartepunt van de film bij de archeologen, de museumdirecteuren en de advocaten. Maarten Sanders en Gert-Jan van den Bergh (Bergh Stoop & Sanders) treden op voor Oekraïne, Mariëlle Koppenol-Laforce en Rob Meijer (Houthoff) vervangen in hoger beroep advocaat Michiel van Leeuwen (Boonk Van Leeuwen).
Voor juristen is het meest pikante onderdeel van de docu de wraking van hofvoorzitter Duco Oranje. Omdat Oranje tijdens de eerste wrakingsprocedure zes onwaarheden debiteert, lukt het Sanders en Van den Bergh in tweede instantie Oranje te wraken. De wrakingskamer heeft niet onderzocht of Oranje de onwaarheden opzettelijk opdiste. (Zie Vergissingen of leugens?)
Eén van de onwaarheden is nu duidelijk te zien en te horen in de documentaire op het moment dat Oranjes vroegere samenwerking met Koppenol en Meijer aan de orde komt. Volgens Koppenol is ‘die intensieve samenwerking’ ruim negen jaar voor de behandeling van deze zaak beëindigd. Maar Oranje, die niet in beeld wilde, zegt: ‘Maar nogmaals, de stelling dat ik intensief zou hebben samengewerkt met Meijer en Koppenol is niet juist. Ik heb helemaal niet met ze samengewerkt, laat staan intensief.’
‘Vergist in een jaartal’
De advocaten van Oekraïne zien dit – hoe kan het ook anders – als bewijs voor liegen. Mariëlle Koppenol, die inmiddels geen advocaat meer is, laat ons desgevraagd weten: ‘Het is duidelijk dat Oranje en mr. Meijer en ik een andere interpretatie hebben van onze ontmoetingen jaren geleden. Wij meenden dat je het een intensieve samenwerking kon noemen.’
Het Gerechtshof Amsterdam, dat na de wraking een intern gesprek voerde met Oranje, vindt de documentaire bij gebrek aan hoor en wederhoor ‘eenzijdig’ en onderstreept dat de wrakingskamer de leugens niet heeft vastgesteld. Volgens het hof heeft Oranje zich slechts vergist in een jaartal.
De documentaire is begin maart te zien in de filmhuizen.
Dit stuk verscheen in het Advocatenblad van 1 februari 2022 en betekent het einde van 26 jaar schrijven voor dit blad.