De toekomst van de vennootschapsbelasting ligt op Europees niveau. Daar moet de bandbreedte worden bepaald, waarbinnen de lidstaten autonoom beleid kunnen voeren, zegt Jan van der Geld, emeritus-hoogleraar belastingrecht aan Tilburg University.
‘De vennootschapsbelasting is het speeltje van de politici. Die willen geen onafhankelijk advies. Ook het ministerie van Financiën wil dat niet. Beleid wordt vrijwel nooit vooraf of achteraf onderzocht. Er komt eens in de zoveel jaar een commissie die de uitvoerbaarheid van de regelingen onderzoekt en waar vervolgens ook niet goed naar wordt geluisterd.’
Naar wie wordt dan wel geluisterd?
‘Wie het beste lobbyt, krijgt het meest voor elkaar. Er wordt teveel geluisterd naar de werkgeversorganisaties. Werkgevers hebben teveel naar zich toe getrokken, tot in de Europese Unie toe. Maar je moet ook oog hebben voor mensen die geen lobbyclub hebben. Het beleid is te eenzijdig neoliberaal.’
Sitting duck tax
Bedoelt u met werkgeversorganisaties ook het mkb?
‘Ik bedoel vooral de multinationals. Die kunnen dreigen met vertrekken. Mkb-bedrijven zijn sitting ducks. Die kunnen niet weg en zijn een makkelijke prooi voor de belastingheffing. Op vliegende eenden kun je niet zo gemakkelijk schieten. Ik verwijt VNO-NCW niet dat ze voor de belangen van de grote bedrijven opkomen, maar het is nu doorgeslagen. Ook een VVD-kamerlid moet oog hebben voor de onderkant van de maatschappij.’
Bent u voorstander van de fair-sharegedachte?
‘Wanneer je actief bent in elf landen met Vpb-tarieven tussen 25 en 35 procent en je betaalt wereldwijd slechts 2 procent belasting dan klopt er iets niet. Maar welk tarief is redelijk? Als je de belasting die Google betaalt verdubbelt, zeggen sommigen dat het tarief nog steeds te laag is. Wat is genoeg? Er bestaat geen plicht om maximaal belasting te betalen.’
Na de Brexit werd in Engeland gepleit voor een forse verlaging van de vennootschapsbelasting. Wat moet je daar tegenover stellen?
‘Concurrentie is goed, maar niet ongebreideld. We moeten de belastingconcurrentie beperkt houden en zeggen: binnen deze grenzen mag je concurreren met fiscale tarieven. Anders betalen de zwakken daarvoor de prijs. Dit geluid is niet populair in deze tijd, maar de zwakkeren hebben ook een stem nodig.’
Wat moet de Europese Unie doen?
‘We zijn met zevenentwintig lidstaten en daarom inmiddels bezig met het bouwen van een Toren van Babel. We moeten wel duidelijk aangeven waar we heen willen. Een politieke unie? Een interne markt en verder niks? Neem het subsidiariteitsbeginsel als uitgangspunt en leg de bevoegdheden waar ze thuishoren. Maar geef de Europese Unie dan ook echte bevoegdheden en maak er een volwaardige democratie van, waarbij ik ook kan stemmen op een Italiaan of een Spanjaard.’
Wat is bij uitstek een Europese taak?
‘Het beschermen van de buitengrenzen en het immigratiebeleid.’
En het heffen van vennootschapsbelasting?
‘Ook. We moeten stoppen met fiscaal leuke regelingen verzinnen die je zou willen verbieden als de buren het verzinnen. Maar de Europese vennootschapsbelasting moet geen eenheidsworst worden. De lidstaten mogen binnen een bepaalde bandbreedte hun eigen beleid voeren en de opbrengst van de vennootschapsbelasting mag ook naar de lidstaten gaan. Eigenlijk zou je de belastingconcurrentie op het allerhoogste niveau moeten bestrijden. Maar de Verenigde Naties functioneert niet goed genoeg, dus moeten we het overlaten aan de Europese Unie.’
Big dicks
Welk fiscaal-eenheidsregime gaan we dan krijgen?
‘Dat is een kwestie van uitwerken. Het gaat er om dat Europa niet alleen de belangen van multinationals behartigt. Anders krijg je het soort fact free Europe bashing van Boris Johnson, die glashard beweerde dat je volgens de EU niet meer dan twee of drie bananen aan een tros mag verkopen. Of het verhaal dat Europa de maximale maat van condooms voorschrijft en dat die te klein is voor de Britten. Ja, was de reactie, jullie Britten zijn big dicks.’
Zou er een aparte versie van de vennootschapsbelasting moeten komen voor niet-multinationals?
‘Ik denk van niet, omdat het politici dan te gemakkelijk wordt gemaakt om multinationale bedrijven voordelen te geven. Neem de innovatiebox. Dat is hetzelfde als natuurlijke personen stimuleren om adem te halen. Het is het matsen van Unilever, Shell en andere grote jongens. De vennootschapsbelasting is in wezen een voorheffing van de inkomstenbelasting van de aandeelhouder. Als je op alle aandeelhouders het aanmerkelijkbelangregime toepast, verbind je de belasting voor rechtspersonen en natuurlijke personen met elkaar. Het is principieel in de keuze en praktisch in de uitvoering.’
Nog even terug naar de Europese vennootschapsbelasting: wordt daar al aan gewerkt?
‘Nee, het is nu nog vloeken in de kerk. Maar misschien wordt het straks wel bespreekbaar door de Brexit. Premier Rutte zegt steeds dat hij tegen meer Europa is, maar stemt er als puntje bij paaltje komt feitelijk steeds vóór. Hij heeft zich uitgesproken tegen een visie voor een politicus, omdat die concrete oplossingen in de weg zou staan. Maar zonder visie weet je niet waar hij heen wil en waarop je hem kunt afrekenen.’
U heeft hier een mooie fiscale landkaart aan de muur hangen in het Duits. Zou Nederland een deelstaat van Duitsland moeten worden, zoals de socialistische Limburger Thijs Wöltgens ooit suggereerde?
‘De waarde van onze gulden was vóór de invoering van de euro direct gekoppeld aan de D-mark, dus monetair/economisch zou dit zo gek niet zijn. Ik denk dat de taal nog het grootste probleem is. Als wij het Nederlands als officiële taal willen behouden, moeten we gewoon lid blijven van de EU. Wanneer de naschokken van de Brexit voorbij zijn, komt er misschien een groep landen die een verdieping van de Europese Unie wil, waardoor ook de Europese vennootschapsbelasting mogelijk wordt.’
Waarom komt die Europese vennootschapsbelasting toch steeds langs?
‘Als je de feiten op een rijtje zet, is dat de beste oplossing. Bij een bedrijfsleven dat vandaag de dag zo internationaal actief is, hoort een winstbelasting op supranationaal niveau. Het EU-niveau is dan het meest geëigend. Tenzij je de EU wilt opblazen. Als straks duidelijk is dat een exit een keuze is tussen alles of (bijna) niets denk ik dat de roep om een Nexit zal verstommen. Nederland heeft als klein landje geen goede onderhandelingspositie.’
Dit is een deel van het interview dat ik met Sylvester Schenk maakte voor Het Register