Gaat de kwaliteit van de wettelijke accountantscontrole erop vooruit als beursgenoteerde ondernemingen hun accountant na enkele jaren moeten inruilen? De verplichte stoelendans zou de onafhankelijkheid en de frisse blik van de controlerend accountant bevorderen. Ondanks negatieve signalen zijn er ook lichtpuntjes.
Tijdens de recente financiële crisis verloren beleggers hun vertrouwen in de jaarverslagen van financiële instellingen en beursvennootschappen. Accountants zijn soms “excessief” vertrouwd met de controlecliënt, waardoor het risico bestaat dat belangenconflicten opdoemen en de onafhankelijkheid in het gedrang komt. Een professioneel-sceptische uitvoering van de controle wordt dan een stuk lastiger. Ook domineren de big four de wettelijke-controlemarkt. Deze tekortkomingen waren voor de Europese Commissie reden om de markt voor wettelijke controles te willen hervormen. Zo zijn in juni vorig jaar nieuwe regels voor de wettelijke controle ingevoerd in de Europese Unie. Eén van die regels is dat het kantoor dat de boeken controleert van een organisatie van openbaar belang in beginsel na tien jaar moet plaatsmaken voor een ander kantoor. Na vier jaar mag het weer meedoen aan een nieuwe aanbesteding bij de voormalige controlecliënt.
Geen vooruitgang
De Europese regels hebben al vroeg hun schaduw vooruit geworpen. Volgens een telling van Eumedion, de belangenbehartiger van institutionele beleggers op het gebied van corporate governance, zijn sinds 2010 al 92 van de 104 Nederlandse beursvennootschappen gewisseld van accountant. Merendeels omdat de verplichte roulatie eraan zat te komen. Heeft dat al geleid tot een frissere en scherpere blik van de controlerend accountant en tot een merkbare verbetering van de controlekwaliteit? Durft de nieuwe accountant tekortkomingen die zijn voorganger onbesproken liet wél aan te kaarten? Of is de nieuwe accountant zo druk bezig om de klant te doorgronden dat hij helemaal niet toe komt aan kritische analyses?
In juni dit jaar kwam de Autoriteit Financiële Markten met de conclusie dat de onderzochte OOB-accountantkantoren nog niet voldoen aan de verwachtingen om de accountantscontrole duurzaam te verbeteren. Bij de big-four kantoren bleek bij negentien van de tweeëndertig onderzochte wettelijke controles dat er geen of onvoldoende geschikte controle-informatie was om het oordeel in de controleverklaring te onderbouwen. Het controleteam keek ook onvoldoende of de interne beheersingsmaatregelen van de onderneming effectief waren en voerde detailcontroles en cijferanalyses niet goed uit. Kortom: sinds het vorige AFM-onderzoek in 2014 is er geen vooruitgang geboekt.
Heeft de roulatie dan geen positief effect gehad? Ruud de Hollander, Hoofd Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole en Verslaggeving bij de AFM: “Het effect van de verplichte roulatie is niet vast te stellen op basis van het AFM-onderzoek. Twintig van de tweeëndertig onderzochte wettelijke controles betroffen het niet-OOB-marktsegment. Bij tien controles ging het om een laatste- of eerstejaarscontrole; daarbij was dus van accountant gewisseld. Drie van de vijf eerstejaarscontroles waren voldoende. Gezien het beperkte aantal controles kun je hieruit niet de conclusie trekken dat verplichte roulatie leidt tot hogere controlekwaliteit.”
Negatief effect
Er zijn zijn veel wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar de effecten van zowel verplicht als vrijwillig rouleren. Vrijwillige accountantswissels zeggen niet zoveel over de effecten van verplichte rotatie, omdat ondernemingen diverse redenen kunnen hebben om van accountant te wisselen. Zo kunnen bedrijven in problemen juist op zoek zijn naar een minder kritische accountant.
De sceptische accountant heeft volgens experimenteel Amerikaans onderzoek uit 2015 juist baat bij een langdurige relatie met de cliënt. In een langetermijnrelatie groeit het vertrouwen van de accountant dat hij beter kan inschatten of de beweringen van het management waar zijn. Rouleren ondermijnt dat zelfvertrouwen. Een verse accountant heeft er minder vertrouwen in dat hij feiten ontdekt die zijn hypothese onderschrijven als hij ervan uitgaat dat de beweringen van het management – over bijvoorbeeld frauderisico’s – niet juist zijn. Volgens deze onderzoekers kun je in plaats van rouleren dus beter gericht de professioneel kritische houding van de accountant bevorderen.
Het is lastig te beoordelen in hoeverre zo’n laboratoriumonderzoek iets zegt over de werkelijkheid. Het enige land in de Europese Unie waar verplichte kantoorroulatie – bijna vijfentwintig jaar – bestaat, is Italië, waar een kantoor na maximaal drie perioden van drie jaar het veld moet ruimen. Onderzoek uit 2014 laat zien dat de controlekwaliteit de eerste twee periodes na een wissel lager is dan tijdens de laatste drie jaar. Tijdens de eerste twee termijnen wil het accountantskantoor namelijk graag worden herbenoemd, terwijl het afscheid na de laatste termijn hoe dan ook volgt. Zo bezien leidt verplicht rouleren pas in laatste instantie tot meer onafhankelijkheid en een frisse blik.
Deputy ceo Hilde Blomme van Accountancy Europe, waarbij de beroepsorganisaties van accountants in Europa zijn aangesloten, houdt zich al jaren bezig met het thema. Zij heeft veel onderzoeken gezien. “De meeste bestuderen niet de invloed op kwaliteit, maar vooral de impact op marktconcentratie en ook onafhankelijkheid. Deze onderzoeken lijden soms onder een bepaalde vooringenomenheid. Voor zover er een lijn uit te halen valt, is die dat de nadelen groter lijken dan de voordelen. Accountancy Europe heeft echter geen standpunt over de verplichte kantoorroulatie.”
Prijzenslag
Het meest feitelijke onderzoek dat Hilde Blomme heeft gezien is dat van de Engelse Financial Reporting Council. Eind juli van dit jaar concludeerde deze toezichthouder dat de inspanningen om de kwaliteit te verbeteren vruchten beginnen af te werpen. De aanbestedingsrondes leiden tot grotere concurrentie op kwaliteit tussen de big four, die hun marktaandeel in de wettelijke- controle van OOB’s overigens zagen stijgen van 95 naar 97%. Volgens de FRC leiden roulatie en aanbesteding tot meer vertrouwen in de accountant, met name omdat diens onafhankelijkheid toeneemt in de ogen van de stakeholders. “Audit Committees geven aan dat een fris perspectief voordelen brengt voor de kwaliteit van de controle en de verslaggeving,” schrijft de FRC.
Deze bevindingen stemmen aardig overeen met de indruk die Eumedion-directeur Rients Abma heeft. “Veel ondernemingen zijn in 2014-2015 al begonnen met de stoelendans. De overgrote meerderheid van de Nederlandse beursvennootschappen heeft al wel een roulatie achter de rug. Aanvankelijk waren wij geen voorstander van verplichte roulatie, maar we horen nu vrij positieve geluiden van beursvennootschappen. Men heeft de indruk dat de kwaliteit toch toeneemt, onder meer door het frisse paar ogen dat naar de onderneming en de verslaggeving kijkt. Mede door die reacties zijn wij er ook positiever over gaan denken.”
Volgens Eumedion, dat de jaarverslagen en aandeelhoudersvergaderingen van alle beursgenoteerde bedrijven volgt, leidt de aanbesteding van de controleopdracht aanvankelijk tot dalende audit fees. Rients Abma: “Het rouleren heeft tot een behoorlijke prijzenslag geleid. Bij de AEX-vennootschappen die in 2016 wisselden van accountant gingen de audit fees gemiddeld met bijna 7% omlaag. Maar bij die AEX-ondernemingen die al eerder rouleerden zie je de accountantskosten in het tweede controlejaar fors stijgen, met zo’n 12%. Het lijkt dus te gaan om een eenmalig effect, een beperkte korting in het eerste jaar, die in het tweede jaar wordt gevolgd door een opwaartse sprong.”
Britten beter
De controlekwaliteit lijkt er per saldo dus toch iets op vooruit te gaan. Hoe kan het dat de FRC een stuk positiever is over de wettelijke controles bij OOB’s dan de AFM? De controles worden immers vrijwel allemaal uitgevoerd door de big four. En die hanteren toch dezelfde kwaliteitsstandaarden, in ieder geval in Nederland en Engeland?
Hoogleraar accountancy Barbara Majoor (Nyenrode) werkt bij de AFM aan de kwaliteitsverbeteringen bij wettelijke controles: “Dat de Engelse toezichthouder positiever is dan de AFM kan ik niet verklaren. Zij kijken beiden naar de dossiers en toetsen aan dezelfde standaarden – daar zit geen verschil in. Kennelijk is de kwaliteit van de dossiers in Engeland beter.”
De AFM verwacht volgens Ruud de Hollander dat de verplichte kantoorroulatie leidt tot een grotere mate van onafhankelijkheid van de accountant en daarmee hogere controlekwaliteit. Maar het ligt niet voor de hand dat de AFM het verband tussen beide gaat onderzoeken. “Wellicht is het logischer dat de wetenschap hier eventueel onderzoek naar doet.”
Volgens Barbara Majoor zitten verschillende wetenschappelijk onderzoekers al op het vinkentouw. “Tot nu toe zijn grofweg drie dingen onderzocht: de (toegenomen) onafhankelijkheid, het effect van de frisse blik en het effect van de geringe kennis over de controlecliënt in het begin. Die onderzoeken leiden tot hele wisselende resultaten. Een allesomvattend onderzoek moet nog worden gedaan. Dat is in Nederland best lastig omdat er niet zoveel beursvennootschappen zijn en je dus een kleine onderzoekspopulatie hebt. Op dit moment hebben we nog niet voldoende gegevens voor zulk onderzoek.”
Rondte
Vooralsnog lijken de verwachte nadelen van het rouleren mee te vallen nu de initiële prijzenslag in tweede instantie wordt gecompenseerd. En als de accountants bij beursvennootschappen de indruk wekken frisser tegen de zaken aan te kijken dan is dat alvast mooi meegenomen. Als de AFM over enkele jaren vaststelt dat de controlekwaliteit eindelijk verbeterd is, hoeft dat echter niet per se te liggen aan de draaimolen met vier stokpaarden.
AANTAL KANTOORWISSELINGEN NEDERLANDSE BEURSVENNOOTSCHAPPEN
Jaar Aantal
2010 4
2011 2
2012 2
2013 5
2014 20
2015 32
2016 28
2017 1
Bron: Eumedion
*) Er zijn 104 Nederlandse beursvennootschappen met een statutaire zetel én beursnotering in Nederland
Dit artikel verscheen in Accountant Q3 2017