Sjoemelsoftware is niet zo zeer het woord als wel het understatement van 2015. Een computerprogramma schrijven of gebruiken om op grote schaal de normen te ontduiken, is namelijk geen gesjoemel meer, maar regelrechte fraude.Terwijl sjoemelen toch meer een kwestie is van vals spelen als de gelegenheid zich voordoet.
Twee jaar geleden vroeg ik al: Hoe oneerlijk kun je zijn? Nu weet ik het: zo oneerlijk als je zelfbeeld toelaat. Bij de meeste mensen beperkt de oneerlijkheid zich tot gesjoemel, omdat zij het nog wel aan zichzelf kunnen verkopen dat zij een tientje wisselgeld te veel in hun zak steken of een vergeten fles wijn op de restaurantrekening dan wel een slippertje verzwijgen.
Voor oneerlijk zijn, is niet de pakkans doorslaggevend, maar de vraag of het sociaal aanvaardbaar is, zegt de Amerikaanse psycholoog/gedragseconoom Dan Ariely van het Center for Advanced Hindsight in (Dis)honesty, the Truth about Lies. Deze documentaire over zijn onderzoek werd vertoond op het Fraude Film Festival 2015.
Diederik Stapel
De empirische gegevens waarop Ariely zijn conclusies baseert, zijn echt. Anders dan bij Diederik Stapel, die zich na de vertoning van de documentaire onderwierp aan een vraaggesprek before a live audience. Bij vijfenvijftig van zijn honderddertig publicaties had hij de empirische gegevens verzonnen. Het kostte hem uiteindelijk zijn leerstoel, zijn doctorstitel, zijn aanzien en honderdvijftig uur werkstraf.
‘Ik was niet zo briljant als Dan Ariely, dus ik maakte die antwoorden zelf,’ zei Stapel. ‘Zoals ik er nu naar kijk, was het onderdeel van een cultuur, waarin vragen en antwoorden die niet passen, worden weggegooid. Ik betwijfel of dat geen fraude is.’ Maar, zo voegde hij er gelukkig aan toe: ‘Gegevens verzinnen gaat wel een stapje verder.’
Stapel vond de verhalen van diverse valsspelers in de documentaire ‘heel herkenbaar en ontroerend’. Met name het verhaal van Marilee Jones sprak hem aan. Zij was secretaresse op het MIT en hielp mee aan een boek. Zij liet zich erover interviewen door de media en liet zich door hen ook doctor noemen. Toen uitkwam dat zij geen doctor was, stond zij ineens ‘aan de andere kant van de muur’ terwijl zij ‘nog steeds dezelfde persoon’ was.
Stapel: ‘Wat je gedaan hebt wordt de essentie van je leven, maar ik fraudeerde misschien drie uur per maand… Ik heb geen strafrechtelijk feiten gepleegd.’
Maar u heeft toch een werkstraf gekregen? vroeg ik hem.
‘Dat was een deal met het OM … Of het strafbaar is – daar zijn de meningen over verdeeld.’
Stapel verzon mooie onderzoeksbevindingen omdat hij niet goed genoeg was om aan de vraag naar populair-psychologische antwoorden te voldoen. Het tragische is dat hij zichzelf ook mislukt vindt als fraudeur. ‘Ik ben ook betrapt omdat ik uiteindelijk niet zo’n goede fraudeur ben. Een echte goede fraudeur wordt niet gepakt.’
Enron
Kennelijk helpt vijf jaar cel in een Amerikaanse gevangenis beter om de sjoemelsoftware in het brein te resetten dan een werkstraf van honderdtwintig uur.
Andrew Fastow was als cfo van Enron medeverantwoordelijk voor een van de grootste boekhoudschandalen ut de wereldgeschiedenis. Hij vermoedt nu even grote boekhoudfraudes bij farmaciegigant Valeant en bij de Noble Group. Fastow: ‘In beide gevallen lijkt het erop dat de bedrijven de regels hebben gevolgd, maar dat is niet de relevante vraag. Is het gegeven cijfer een juiste weergave van de werkelijkheid? Dat is belangrijker dan of het bedrijf de regels heeft gevolgd,’ zegt hij in een interview met Het Financieele Dagblad (7 november 2015).
Fastow kreeg zes jaar cel en kwam na vijf jaar vrij wegens goed gedrag. Hij werkt tegenwoordig als legal document reviewer op een advocatenkantoor in Houston. Ik vraag me af waarom hij geen advocaat is geworden. Het antwoord is vermoedelijk, dat hij nu te eerlijk is.