Transparantie tegen winstverschuiving

Starbucks betaalde praktisch geen belasting in het Verenigd Koninkrijk, hoewel het daar een zeer hoge omzet en een groot aantal werknemers heeft. Meer transparantie in de jaarverslagen moet ongewenste winstverschuiving tegengaan. Voor Orde, het blad van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs, sprak ik hierover met Eveline Gerrits, Gaby Bes en Theo Elshof.

Binnenkort stelt de OECD de country by country rapportageverplichtingen vast om Base Erosion & Profit Shifting (BEPS) te voorkomen. Hopelijk sluiten de verplichtingen aan bij de informatie die ondernemingen al hebben en krijgen buitenlandse belastingautoriteiten de middelen om sneller duidelijkheid te geven over transfer pricing posities.

Gaby Bes: ‘Het bijzondere van de BEPS-voorstellen is dat ze gedreven worden door de G20. Daardoor doen ook de BRIC-landen mee en die zijn geen lid van de OECD. Helaas moet het Transfer pricing documentation & Country by country reporting rapport al eind juni klaar zijn.’

Theo Elshof: ‘Door die tijdsdruk bestaat wel het risico dat men te ver doorslaat naar constructiebestrijding.’

Wat gaat er precies veranderen?

Theo Elshof: ‘Straks zullen multinationals ook een apart financieel overzicht op groepsniveau moeten verstrekken aan de belastingautoriteiten. Country by country reporting is primair bedoeld als eenextra risk assessment tool voor de belastingdiensten.’

Gaby Bes: ‘De gemiddelde inspecteur vindt het namelijk moeilijk om te zien hoe een multinational in elkaar zit. Hij wil weten wat de value drivers zijn, waar de mensen en assets zitten die de winst creëren, zodat hij kan bepalen bij welke ondernemingen hij boekenonderzoek wil doen.’

Moeten ondernemingen die informatie speciaal gaan verzamelen?

Gaby Bes: ‘De informatie is er vaak al. Ik zou willen dat bedrijven meer mogen aansluiten bij de informatie die zij al hebben. Sommige bedrijven zijn in het kader van EITI – het Extractive Industries Tranparency Initiative – al vrijwillig bezig met country by country reporting,  zoals Shell en Rio Tinto. Volgens het Business and Industry Advisory Committee van de OECD kost het eenmalig 20 miljoen en daarna 5 tot 10 miljoen per jaar. Dat is voor veel ondernemingen nauwelijks op te brengen.’

Aan wie moeten ondernemingen gaan rapporteren?

Gaby Bes: ‘Het is nog niet duidelijk wat de OECD wil. Als je straks moet rapporteren bij de fiscus in het land waar het hoofdkantoor staat, kunnen andere belastingautoriteiten daar de informatie opvragen.’

Theo Elshof: ‘Maar multinationals moeten er wel rekening mee houden dat lokale belastingdiensten deze informatie zelfstandig bij hen gaan opvragen.’

Blijft de informatie vertrouwelijk?

Gaby Bes: ‘Dat is nog de vraag. Non-gouvernementele organisaties als Tax Justice Network en Oxfam willen dat de informatie openbaar wordt, maar het bedrijfsleven niet. Als besloten wordt dat het openbaar moet zijn, loop je het risico dat bepaalde landen, zoals de Verenigde Staten, afhaken. En de maatregelen zijn alleen succesvol als de meeste landen meedoen.’

Sneller  overleggen

Hoe zal de fiscus omgaan met de informatie?

Gaby Bes: ‘Voor wat de risk assessment analyse betreft komen de voorstellen nu neer op eenrichtingverkeer . Het is de vraag hoe open de belastingdienst zal zijn. Als de fiscus in één land een correctie oplegt, heeft dat gevolgen voor de heffing in andere landen. Voordat de belastingautoriteiten daar uit zijn, kun je zo een paar jaar verder zijn. De OECD gaat uit van de cooperative tax payer, maar hoe ga je om met een non cooperative tax authority?

Theo Elshof: ‘Multinationals moeten met een Advance Pricing Agreement (APA) of in overlegprocedures tussen landen snel zekerheid kunnen krijgen over hun transfer pricing positie. Eén van de BEPS actiepunten is dat de belastingautoriteiten voldoende middelen krijgen om de overlegprocedures sneller te laten verlopen. Maar we wachten nog op concrete voorstellen. Ik hoop niet dat belastingautoriteiten discussies gaan voeren op basis van kouwe financiële informatie uit de CbC-reports. Het blijft belangrijk de relevante feiten en omstandigheden goed vast te stellen en analyseren.’

Gaby Bes: ‘Kale cijfers zeggen eigenlijk niets. Twee mensen die grote verkoopcontracten sluiten in één land kunnen meer waarde toevoegen dan de honderd ondersteunende personeelsleden in een ander land. Het gevaar bestaat dat de belastingdiensten op grond van een paar cijfertjes zonder context bepalen wat een fair share is.’

Theo Elshof: ‘In Nederland stemmen we de zaken in de regel goed af. Maar in veel landen is het echt moeilijk om tot zo’n overleg te komen als je een controle krijgt.’

Zenuwen

Het is dus nog onduidelijk wat er precies gaat gebeuren?

Theo Elshof: ‘Ja, maar gezien de snelheid waarmee alles gaat, zouden ondernemingen zich nu al bezig moeten houden met wat de nieuwe verplichtingen voor hen zouden kunnen betekenen. Dit geldt zowel voor het strategisch risk management als voor de compliance verplichtingen.’

Gaby Bes: ‘Als je vijf of zes verschillende ERP-systemen hebt, moet je die aanpassen om de benodigde informatie te verzamelen. Maar hoe ga je zorgen dat alles op elkaar aansluit als je een bedrijf overneemt dat in dertig landen actief is en je kort daarna de rapporten moet opleveren?’

Wordt de soep straks niet kouder gegeten dan hij nu wordt geserveerd?

Theo Elshof: ‘Ik weet het niet. “Het vuur onder de soep is flink hoger gedraaid… Het is in ieder geval duidelijk dat van de bedrijven veel meer transparantie wordt gevraagd en dat men op meer aandacht kan rekenen van belastingdiensten.’

Gaby Bes: ‘Ik vind het een grote kristallen bol. De voorstellen hebben 1300 pagina’s commentaar opgeleverd en 200 pagina’s aanpassingen. Het is nog niet duidelijk hoe de voorstellen er precies uit gaan zien.’

Theo Elshof: ‘Het is ook nog de vraag hoe de landen de nieuwe informatievereisten in de praktijk gaan invullen. Volgens de laatste update van de OECD hoeft de multinational niet langer aan te geven waar de vijfentwintig belangrijkste functionarissen werkzaam zijn. Maar we weten niet of lokale belastingdiensten zulke informatie niet toch gaan opvragen. Al met al is het voor een onderneming knap lastig te voorspellen welke informatie zij straks moet verstrekken. Ik snap dat ondernemingen hier zenuwachtig van worden.’

 

EVELINE GERRITS (1966)

Studeerde bedrijfseconomie en accountancy aan de Universiteit van Amsterdam . Sinds 2003 belastingadviseur bij KPMG Meijburg . Was rijksaccountant bij de Belastingdienst . Sinds 2012 aan de Universiteit van Tilburg bezig met promotieonderzoek naar de wisselwerking tussen tax accounting en de fiscaliteit . Gerrits woont samen en heeft drie kinderen.

GABY BES (1975)

Studeerde belastingeconomie aan de Universiteit van Tilburg . Sinds 2013 TP-partner PwC . Lid van het EU Joint Transfer Pricing Forum. Daarvoor internationale fiscale rollen bij Unilever en directeur/manager international tax bij Unilever, TNT en PwC . Bes is getrouwd en heeft twee kinderen.

THEO ELSHOF(1960)

Studeerde economie aan de Universiteit van Tilburg en controlling aan de Universiteit Maastricht . Sinds 2013 senior partner bij transfer pricing specialist Quantera Global . Voorheen senior directeur transfer pricing bij Deloitte, transfer pricing specialist bij de Belastingdienst en head of tax bij multinationals . Elshof woont samen en heeft twee kinderen.

 

Country by Country Reporting & BEPS

Country by country reporting (CbCR) gebeurt tot nu toe op vrijwillige basis. Dat gaat veranderen door het BEPS-initiatief van de OECD. BEPS staat voor Base Erosion & Profit Shifting. De OECD heeft vijftien actieplannen gelanceerd om de uitholling van de belastinggrondslag en het verschuiven van winsten tegen te gaan.

Eind januari 2014 verscheen een discussiestuk over transfer pricing documentatie en CbCR. Daarin staat een model voor de informatie die multinationals in de OECD-landen moeten leveren aan de belastingautoriteiten. Volgens dit model, dat nog wordt aangepast, zouden de ondernemingen per land moeten rapporteren over:

  • de plaats waar de leiding zetelt
  • de ondernemingsactiviteiten
  • de omzet
  • de winst voor belasting
  • de betaalde winstbelasting en bronbelasting
  • het eigen vermogen
  • het aantal werknemers
  • de salariskosten voor deze werknemers
  • de vaste activa
  • intercompany betalingen

De voorschriften worden dit najaar gepubliceerd, waarna de OECD-landen ze moeten omzetten in nationale verplichtingen.

 

Verplichtingen in EU-Richtlijnen 

Country by country reporting is al opgenomen in verschillende EU Richtlijnen, maar op dit moment nog niet verplicht. Een belangrijk verschil met BEPS is dat de informatie volgens de richtlijnen publiek wordt,’ zegt Eveline Gerrits.

De eerste CbCR-verplichtingen gaan per 1 juli 2014 in voor de mondiale systeemrelevante instellingen op grond van de EU Richtlijn kapitaalvereisten (CRD IV).

Eveline Gerrits: ‘Het gaat om een vertrouwelijke rapportage aan de Europese Commissie en de centrale bank. Als publicatie van de gegevens geen negatieve gevolgen blijkt te hebben voor de concurrentiepositie van de financiële sector bepaalt de Commissie of de verplichtingen vanaf 1 januari 2015 gaan gelden voor alle kredietinstellingen en beleggingsondernemingen binnen de EU. De gegevens worden dan publiek met als doel om het vertrouwen in de financiële sector te herstellen.’

‘Omdat landen de informatieverplichtingen verschillend kunnen uitleggen, is het bij CRD IV de vraag of je nu moet rapporteren wat je aan belasting betaalt, zoals het Verenigd Koninkrijk doet, of dat je moet uitgaan van de effectieve belastinglast, waarvoor Nederland mogelijk kiest.’

Starbucks

Om de CbCR-principes van het Extractive Industries Tranparency Initiative (EITI) een verplichtend karakter te geven voor ondernemingen worden de Verslaggevings- respectievelijk de Transparantie-Richtlijn aangepast.

Eveline Gerrits: ‘De focus van de EITI- principes ligt bij landen, die verantwoording willen afleggen over hoeveel belasting, royalties, dividenden etc zij hebben  ontvangen.’

Na wijziging van de EU Verslaggevings-Richtlijn gaan met ingang van 2016 CbCR-verplichtingen gelden voor grote ondernemingen en organisaties van openbaar belang die binnen de Europese Unie werkzaam zijn in de winningsindustrie of houtkap van oerbossen.

Op grond van de aangepaste Transparantie-Richtlijn krijgen alle ondernemingen in de extractieve industrie  met een notering aan een Europese beurs vanaf 2016 CbCR-verplichtingen.

De ondernemingen hoeven volgens Gerrits niet bang te zijn voor dubbele rapportages. ‘Voor de EU-richtlijnen geldt over het algemeen dat wanneer je al ergens country by country hebt gerapporteerd, je dat niet nogmaals hoeft te doen in een ander land. Country by country reporting is mede gedreven  om situaties als bij Starbucks te voorkomen. Dat betaalde praktisch geen belasting in de UK, hoewel het daareen zeer hoge omzet en een groot aantal werknemers heeft.’