Wanneer is het rendabel om te investeren in adverteren? Kun je op die manier als advocaat of zakelijk dienstverlener 2025 halen? Hoe onderscheid ik me nu echt van de andere spelers op de markt? Daarover moest ik nadenken door een reactie op mijn vorig Mr.blog.
Wat de crisis zo boeiend maakt is dat menig dienstverlener zichtbaar moeite doet om in beeld te blijven in zijn netwerk van cliënten en prospects. De ene doet dat origineler dan de ander, maar dat doet er nu even niet toe. Het gaat erom dat ze eerzame poging doen omzet te ontwikkelen.
Ik heb hier eerlijk gezegd pas oog voor sinds ik zelf in beweging ben gekomen. Ik was een beetje lui geworden na al die jaren van vanzelfsprekende voorspoed. Dus nu roep ik ook zo nu en dan: joehoe, ik ben er ook nog. Dus denk niet dat ik puur voor mijn lol gratis blogs schrijf voor Mr.
Het blad bereikt 27 duizend juristen heb ik onlangs begrepen. Hoe veel van hen zullen het blad ook lezen en met name lezen wat ik daarin schrijf? Ik maak me weinig illusies over de aantallen. Vooral omdat ik op de briljante analyses en ideeën in mijn vijf blogs maar 1 reactie heb ontvangen.
O nee, twee. Want ik werd onlangs gebeld door een advertentieverkoper van Mr. Hij kwam met de heuglijke mededeling dat mijn blog over het Tongzoen-arrest ‘in de redactionele schijnwerpers’ wordt geplaatst. Daarmee bleek hij te doelen op de korte samenvatting van dat blog, die ik op last van de eindredactie heb geleverd.
Dat is grappig: je levert als broodschrijver een gratis bijdrage aan de site en het blad en wordt vervolgens gevraagd of je wilt betalen voor nog meer aandacht. Zo’n aanbod krijg je niet elke dag en de verkoper was buitengewoon wellevend en vriendelijk. Bovendien was het actietarief maar eenzesde van het eigenlijke tarief. Dus ik beloofde erover na te denken.
Voor het gevraagde bedrag zou er een visitekaartje van worden geplaatst in het Unique Exposure Portal (UXP), een combinatie van een gewone advertentiepagina en een webpage met méér informatie. Niet mijn eigen visitekaartje, maar een standaard business card met mijn titel, naam en kantoor in een licht grijze balk. Daaronder op een wit fond een pasfotootje links en de contactgegevens met het logo rechts. Het formaat van het kaartje is ongeveer de helft van mijn perskaart en rijbewijs. Want er moeten nog meer, vrijwel identieke kaartjes, op de pagina.
Volgens de Sectorvisie van het economisch bureau van ING moeten advocaten ‘op zoek naar de onderscheidende factor’ willen zij 2025 halen. Inmiddels zegt ook ABN AMRO dat je als zakelijke dienstverlener onderscheidend moet zijn. Waarom zou ik als journalist of tekstschrijver bijgezet willen worden in een mausoleum van advocatenkoppen? Hoe zou ik mijzelf in hemelsnaam kunnen onderscheiden te midden van die anderen? Kortom: hoe ‘unique’ zou mijn ‘exposure’ zijn?
‘Mr. Lex van Almelo – Voor al uw juridische teksten’. Met deze slagzin in de grijze balk zou ik in ieder geval kunnen laten zien dat ik geen advocaat ben. Maar de balk zou vermoedelijk even effectief zijn – nog even daargelaten dat ik de zin niet kan waarmaken – als een reclamebord langs de lijn, tussen dat van de plaatselijke slager/partycateraar en ‘Een vloek mist elk doel’.
De advertentieverkoper vond mijn idee van een slagzin zo slecht nog niet. Bovendien had hij met de uitgever besproken dat hij mij op de reeds geboden korting nog een korting van 40 procent kon bieden. ‘We willen u er dolgraag bij hebben.’
Betaal me dan, zei ik. Of biedt het tenminste gratis aan. Maar nee, dat kon niet.
Goed. Zou ik het gevraagde bedrag investeren in deze exposure? Of zou ik het uitgeven aan een gezellig diner voor 2 buiten de deur? Mijn naam staat immers naast de Mr.-blog, inclusief een link naar mijn website.
De oplettende lezer moet het antwoord kunnen vinden in Mr. De eerste die zich met het goede antwoord bij mij meldt, geef ik een leuk boekje cadeau: Het Meesterbrein – een associatieve inleiding op het denken van de jurist. Het komt begin juni van de persen.
Deze blog verscheen ook op de site van Mr.