Vaticaanstad heeft een zwarte geschiedenis van witwassen en andere duistere transacties. Maar in december 2018 boekten de zuiveraars van het Vaticaanse betalingsverkeer hun eerste succes met de veroordeling van aannemer Angelo Proietti. Het Tribunaal van Vaticaanstad veroordeelde de man tot tweeënhalf jaar cel. “Het gaat het stap voor stap,” zegt bestuursvoorzitter René Brülhart van de Financial Information Authority in Vaticaanstad, de hoogste witwasbestrijder van het Vaticaan.
De Heilige Stoel vindt de veroordeling van de Romeinse ‘bouwmagnaat’ Proietti historisch. En dat is goed te begrijpen gezien de lange en roerige voorgeschiedenis.
Als bankier Roberto Calvi in 1982 aan een touw onder de Londense Blackfriars’ Bridge wordt gevonden met stenen in jas- en broekzak, neemt de publieke belangstelling voor de banden van het Vaticaan met de mafia toe. Calvi was hoofd van de Banco Ambrosiano, een bank waarin zowel het Vaticaan als de mafia veel geld hadden zitten. Als de bank failliet gaat – omdat 1,3 miljard dollar is verdwenen – betaalt het Vaticaan een schadevergoeding van 250 miljoen dollar aan slachtoffers. De mafia zou Calvi hebben laten vermoorden vanwege de gevoelige verliezen.
In de nasleep van het faillissement wordt Paul Marcinkus, de verantwoordelijke kardinaal, strafrechtelijk vervolgd, maar niet bestraft. Als Vaticaans kardinaal geniet hij strafrechtelijke immuniteit.
Wanneer wij René Brülhart spreken in Brussel, zegt hij dat omkijken “niet zo erg zinvol” is. Maar om te begrijpen waar de AIF vandaan komt en momentaal staat, blikken we toch even terug, zonder Brülhart.
In 1942 stelt Paus Pius XII het Istitute per le Opere Religione (IOR) in om de inkomsten van donaties, aflaten en (on)roerende bezittingen beter te beheren. Bankiers doen het werk onder toezicht van kardinalen. Vaticaanstad is een soevereine staat en het instituut hoeft zich niet te onderwerpen aan het toezicht en de restricties voor Westerse banken. Journalist Gerald Posner beschrijft in Gods Bankers’s hoe het IOR bij gebrek aan toezicht al snel de perfecte plaats wordt om gestolen oorlogsbuit en ander fout geld te stallen.
Ook na de Tweede Wereldoorlog blijft het IOR een aantrekkelijke offshorebank voor zwart en crimineel geld. Prelaten en leken gebruiken rekeningen voor politieke donaties, corruptie, witwassen en verduistering. Aan het begin van eenentwintigste eeuw willen Westerse banken, die de regels moeten naleven om witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan, geen IOR-geld meer over hun rekeningen laten lopen waarvan de herkomst onduidelijk is.
Onder deze druk stelt Paus Benedictus XVI eind 2010 de Autorità di Informazione Finanaziaria (AIF) in, die in 2011 van start gaat op basis van de eerste Vaticaanse anti-witwaswetgeving. De AIF houdt toezicht op het IOR en het monitoringsysteem voor financiële transacties in Vaticaanstad. De eerste AIF-president is een kardinaal.
Benedictus vraagt in 2011 aan Moneyval om het stelsel van de Heilige Stoel en Vaticaanstad tegen het licht te houden. Moneyval is het comité van de Raad van Europa dat maatregelen tegen witwassen en terrorismefinanciering evalueert. Het comité beveelt aan de AIF te reorganiseren.
In augustus 2013 neemt Benedictus’ opvolger Paus Franciscus de Moneyval-aanbevelingen over in zijn Motu Proprio, zijn pauselijke brief. “De AIF rapporteert rechtstreeks aan de paus,” zegt René Brülhart. “We hebben een dubbelfunctie. De eerste is die van Financial Intelligence Unit (FIU) met alle bevoegdheden die een FIU heeft. Daarnaast zijn wij financieel toezichthouder die prudentieel en gedragstoezicht houdt op het IOR.”
De oud-advocaat was acht jaar lang hoofd van de FIU-Liechtenstein en vice-voorzitter van de wereldwijde koepel van FIU’s. Brülhart begint per 2013 als directeur van de AIF. In 2014 benoemt Paus Franciscus Brülhart tot niet-uitvoerend bestuursvoorzitter. Vanwege zijn looks en maatpakken wordt Brülhart wel getypeerd als ‘de James Bond van de financiële wereld’. Die vergelijking doet ons inziens zowel de flamboyante Bond als de behoedzame Brülhart tekort.
Voorspelbaar en transparant
Welke bevoegdheden heeft u zoal?
René Brülhart: “Alle bevoegdheden die FIU’s en financiële toezichthouders behoren te hebben volgens de international normen. We kunnen als dat nodig is ter plaatse inspecties uitvoeren bij het IOR.”
Ook onverwacht?
“Als het noodzakelijk is wel, ja. Maar normaal gesproken kondigen wij onze bezoeken aan. Het is belangrijk dat we voorspelbaar en transparant zijn.”
Valt alleen het IOR onder het toezicht of ook de APSA, de administratie van de Heilige Stoel, waar – volgens sommige media – in 2014 nog op grote schaal zou zijn witgewassen?
“Die bewering over witwassen is onjuist. APSA viel tot eind 2015 ook onder AIF-toezicht. Maar sinds 2016 omvat het toezicht alleen instellingen die financiële activiteiten uitvoeren op professionele basis. En het IOR is de enige die dat doet. APSA en andere instanties vallen wel onder de meldingsplicht tegen witwassen en terrorismefinanciering. We verwerken meldingen en maken een diepgaande risico-analyses. We delen informatie over verdachte transacties met andere FIU’s, bijvoorbeeld die van Nederland en Luxemburg, en met lokale autoriteiten in Vaticaanstad, zoals de Gendarmerie. Als wij op grond van onze analyse vermoeden dat een transactie verdacht is, geven wij de melding door aan de Promotor of Justice, de procureur-generaal van het Vaticaan.”
U studeerde een tijdje in Nijmegen. Naar Nederlandse maatstaven combineert de AIF de functies van de DNB, AFM en FIU; al kan de AIF geen boetes opleggen. Is die combinatie wel wenselijk?
“De AIF is maatwerk voor het Vaticaan. In tegenstelling tot Liechtenstein is Vaticaanstad geen financieel centrum, want buiten het IOR zijn er geen professionele financiële dienstverleners. Het IOR is ook geen echte bank, omdat het bijvoorbeeld geen leningen verstrekt. Het IOR beheert vermogens voor zijn cliënten. Verder levert het betaaldiensten voor de Heilige Stoel en gelieerde entiteiten, voor religieuze ordes en andere katholieke instituten, voor geestelijken en werknemers van de Heilige Stoel en voor geaccrediteerde organisaties. U kunt er geen rekening openen.”
Back to normal
Vorig jaar daalde het aantal meldingen van verdachte transacties naar 150, het niveau van 2014; terwijl er in 2015 nog 544 verdachte transacties werden gemeld. En in 2017 werd nog maar één keer een banktegoed bevroren, van 1757,40 euro.
Is de AIF over haar hoogtepunt heen?
“De daling is logisch. We hebben de eerste jaren hard gewerkt om het stelsel op poten te zetten en dat leverde veel meldingen op. Nu stabiliseert het en gaan we back to normal. De hoeveelheid meldingen neemt af, maar de kwaliteit ervan neemt toe.”
Bij de laatste evaluatie in 2017 zei Moneyval dat het meldingssysteem functioneert en zowel de AIF als de justitiële autoriteiten internationaal samenwerken. Kritiekpunt was dat er nog steeds geen witwaszaak voor de strafrechter is gebracht en er nog geen tegoeden zijn geconfisqueerd, terwijl er in 2014, 2015 en 2016 jaarlijks miljoenen zijn bevroren. In december 2018 is, zoals gezegd, de eerste veroordeling en eerste confiscatie uitgesproken.
Hoe kan het zo lang duren?
“Het stelsel is relatief jong. Het is een proces, waarin wij stap voor stap bouwen aan een duurzaam systeem. Voor de openbare aanklager is het vervolgen van dit soort zaken nog iets nieuws.”
De manager en de dirigent van het beroemde Koor van de Sixtijnse Kapel, een leek en een priester, worden verdacht van verduistering, fraude en witwassen. Loopt die strafzaak nog?
“Daarover kan ik niets zeggen.”
In het AIF-jaarverslag 2017 worden vier zaken (zie kader) ultrakort beschreven. Kunt u de zaken toelichten?
(Vriendelijk, maar gedecideerd) “Ik ben bestuursvoorzitter en houd me niet bezig met de uitvoering.”
Is Vaticaanstad nu schoon?
“Wat is schoon? Wij hebben een transparant systeem ingevoerd, onze procedures en maatregelen kunnen worden gecontroleerd en wij leggen verantwoording af. Belangrijk is dat we de instrumenten hebben om alle verboden financiële activiteiten te bestrijden.”
Notedopdenken
Werkt de AIF met accountants?
“We hebben een paar accountant in dienst, maar huren geen extern kantoor in.”
U bent in Brussel voor een seminar over de bestrijding van financiële criminaliteit, dat Accountancy Europe organiseert. Wat is uw boodschap aan accountants?
“Er zijn een heleboel partijen die informatie moeten delen en iedereen heeft zijn eigen rol. Maar de gemeenschappelijke noemer is dat je als onderneming of organisatie reputatieschade wilt voorkomen. Wij hebben al veel vooruitgang geboekt, maar wij kunnen nog beter.”
En “wij” zijn?
“De gemeenschap… Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Kijk als accountant goed naar de feiten en cijfers en vraag je af wat die betekenen. Houd daarbij een brede blik en stop met denken in een notedop.”
Moet je trouwens roomskatholiek zijn om dit werk te kunnen doen?
“Dat is een privé-vraag. Maar ja… ik ben katholiek.”
Dit interview verscheen in iets andere vorm bij accountant.nl