De #metoo coming out maakt mij weer eens duidelijk waarom slachtoffers van (seksuele) intimidatie zo lang hun mond houden. Behalve de media zit niemand op hun onthullingen te wachten. Daarom moeten zij een nieuwe klap op hun kop vrezen als zij naar buiten treden. Bijvoorbeeld van een advocaat, die weinig op heeft met slachtoffers in het strafproces. Wees voorzichtig met het intimideren van ‘lastpakken’.
Seksrel
Ik had de afgelopen weken enkele afgeleide #metoo Erlebnisse van verschillende aard. De eerste was een gesprek met een integriteitsonderzoeker die een beschuldiging van seksuele intimidatie onderzocht en 95,5% zeker wist dat er niets onoirbaars was gebeurd. Zonder dat hij het slachtoffer had gehoord. In dit geval waren er verschillende getuigen en die vielen het vermeende slachtoffer allemaal af. Ook de omstandigheden leken haar verhaal te ondergraven. Hoewel de tuchtrechter vond dat de onderzoeker enkele steekjes had laten vallen, vindt de civiele rechter het onderzoek niet onzorgvuldig. De aanklaagster doet er maar verder het zwijgen toe. In dit geval waarschijnlijk terecht.
Vredesadvocaat
De tweede Erlebnis was het beroepsverbod voor advocaat Meindert Stelling, die toegeeft dat hij zich soms te vurig uitlaat. Omdat hij de deken beledigd heeft, schrapte het Hof van Discipline hem begin oktober van het tableau. Stelling belde me daarna op.
Ik heb hem leren kennen in de jaren tachtig toen hij de vereniging Juristen voor de Vrede had opgericht. Als beroepsofficier streed de gelovige Stelling al tegen kernwapens. Later deed hij dat als advocaat van vredesactivisten. In die hoedanigheid bond hij de strijd aan met het Kernwapen-arrest van de Hoge Raad, die in 2001 zei het gebruik van kernwapens tegen burgers soms geoorloofd vinden. Wat volgens Stelling indruist tegen het absoluut verbod om de burgerbevolking doelwit te maken van een militaire aanval. Voor zijn cliënten streed hij tegen lagere rechters, die de Hoge Raad volgden. Deze strijd mondde tenslotte uit in een tuchtklacht van de deken wegens belediging.
Stelling overlaadde mij desgevraagd met documenten die ik nog niet allemaal heb kunnen lezen. Ik ben echter geneigd het met hem eens te zijn dat een advocaat een grote uitingsvrijheid moet hebben. Ook al zou Stelling de deken beledigd hebben – kunnen een paar lelijke woorden reden zijn om een horzel met het hart op de goede plaats het zwijgen op te leggen?
Pretium vs Olsthoorn
Tot slot had ik contact met collega Peter Olsthoorn – onder andere hoofdredacteur van Netkwesties en winnaar van de Anti-Fraude Award 2016. Telecomprovider Pretium probeert te voorkomen dat Olsthoorn nieuwe onthullingen doet in Dossier Pretium over de bedenkelijke praktijken van het bedrijf, dat vindt dat de journalist het bedrijf en zijn zakenrelaties ‘stalkt’. Ik ben blij dat de rechtbank Olsthoorn gelijk heeft gegeven. Op 18 december dient het hoger beroep.
Hopelijk slaat ook het Gerechtshof Den Haag de aanval van Pretium op de persvrijheid af. Sommige dingen moeten geschreven of gezegd kunnen worden. Natuurlijk mag je je verdedigen als je beschuldigd wordt, maar dat moet niet ontaarden in juridische intimidatie.
Verder lezen
Hof van Discipline ECLI:NL:TAHVD:2017:183
Kernwapen-arrest ECLI:HR:2001:ZC3693
www.eerherstelmeindertstelling.nl
Pretium vs Olsthoorn ECLI:NL:RBDHA:2016:1664
Dit weblog verscheen ook bij Mr.